DE VERANDERINGEN IN DEN MOND VAN DE WESTERSCHELDE VAN HET BEGIN DER 16E EEUW TOT OMSTREEKS 1800, DOOR Dra. A. W. VLAM. De bestudeering van de zeekaarten van het mondingsgebied der Westerschelde leert, dat eerst betrekkelijk laat door het leggen van tonnen aan de scheepvaart den weg door dit geulen- en bankenstelsel werd gewezen. Zulks in tegenstelling met bv. de Maas en het Vlie, die reeds veel eerder voor scheepvaartdoeleinden werden betond, de Maas al in 1358 t) door Dordrecht, het Vlie in 1398 door Kampen 2). Toch was er in Zeeland en Vlaanderen in de Middeleeuwen een druk handelsverkeer, wij behoeven hierbij slechts aan de op komst en bloei van Brugge en Antwerpen te denken. Ook Middelburg kreeg zijn deel, vooral wat betreft den handel met Engeland3). Dit laatste is dan ook de vermoedelijke aan leiding tot het charter van 1365, door hertog Aelbrecht van Beyeren aan Westkapelle verleend, waarbij hij toestemming gaf tot het plaatsen van „vierboeten" en het heffen van een zeker recht tot onderhoud daarvan van alle schepen, ,,die binnen den gaten tusschen Walcheren ende Wolpen ende t;*;F 1J. van Heurn, De Merwedetakken beneden Dordrecht. Bat. Gen. IV, 1893, (p. 39). 2) Verzamelinq stukken betr. Overijsselsch Recht en Geschiedenis 1860, II, 3. 3) Dr. W. S. linger, Middelburg als handelsstad (Archief Zeeuwsch Gen. 1935, p. 1 vlg.).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1942 | | pagina 77