51
Samenvattende blijken, over het beschouwde tijdvak, in dit
zeegebied geen groote veranderingen te hebben plaats ge
grepen. Leggen wij bv. naast elkaar de kaart uit Blaeu's Zee
spiegel (afb. 1) van 1623 en de opneming van Van der Loeff
en Cau (afb. 2) van 1774, dan zien wij daarop de Rassen,
Ranen, Polders en de buitenbanken, o.a. Ooster- en Steen-
bank, nog op hun oude plaats in vrijwel dezelfde gedaante
terug. De Heystbanck of Elboog is meer naar binnen ge
trokken, evenals het Crakesant, terwijl in Spleet en Wielingen
drempels zijn opgekomen wat de Spleet betreft, had dit
volledig bederf van de geul ten gevolge. Op beide kaarten
echter vinden wij het Landdiep, Oostgat, Botkyl, Deurloo,
Wielingen en Innerwielinge terug, zonder dat de continuïteit
in het tusschengelegen tijdvak ooit werd verbroken. Het totaal
beeld van dit zeegat is dus wel heel verschillend van dat van
het zeegat van het Vlie 1en in het algemeen van de noorde
lijke zeegaten. Bij de Schelde geen voortdurend dichtslaan en
weer openschuren van de verschillende stroomgeulen door er
langs trekkende zandbanken. Zelfs de dieptecijfers van 1623
en 1774 toonen groote overeenkomst. Het vaarwater langs
den Walcherschen wal is wat verdiept, de Spleet is door zijn
drempel onbruikbaar geworden, maar Deurloo en Wielinge
zijn niet noemenswaard veranderd.
Wel is het bankengebied dicht aan den Zeeuwsch-Vlaam-
schen wal gewijzigd en gaven vooral de Paardemarkt en het
Zand (Hart Sant) nog al eens verschillende figuraties te zien,
wat weer invloed uitoefende op de kustlijn door het verplaat
sen der stroomgeulen. Zoo schrijft Johan de Moor op 21 Juni
1723 aan den Raad van State, dat de afneming van het Oost
duin van Cadsant werd veroorzaakt, doordat zich „weder een
nieuwe plaat of scheer opdeed tusschen de Paardemarkt en
het Knocksche strand" 2).
Ook na 1800 vonden volgens de hydrografische opnemingen
1Ir. J. H. van der Burgt, De veranderingen in den zeebodem van
het Vlie. (T.K.N.A.G. 1936, p. 802 vlg.).
2) Dr. J. de Hullu, De kommervolle toestand der watering Cadzand
omstreeks 172031 (Archief Zeeuwsch Gen. 1918, p. 110).