EEN EN ANDER OVER DEN
OOST-HINKELENPOLDER,
DOOR
J. J. POLDERMAN.
In het artikel ,,de Hinkelinge, van Maire tot de Honte" 1)
deelt de heer J. M. de Nooyer een en ander mede over het
ontstaan van den Oosthinkelenpolder. Daarin worden een
paar onderstellingen geuit, o.a. omtrent het jaar van het ver
loren gaan van een deel van dien polder, en over de al of niet
juistheid van de naamgeving op verschillende kaarten. Aan
gezien hierover nog wel een en ander is mede te deelen,
vermeenen wij. dat het zijn nut kan hebben dit hier te doen,
terwijl dan tevens de gelegenheid bestaat iets meer te zeggen
omtrent dien polder die, naast zijn polderbestuur, onder eigen
schout en schepenen stond.
Behalve het genoemde artikel werd er omtrent dezen polder
niet veel gepubliceerd. Door Smallegange wordt de polder
niet beschreven. Wel vindt men op een door hem gereprodu
ceerde kaart (Caerte van Zeeland, gelijk dat gelegen was in
het jaar 1274) 2) bij een afbeelding van een kerk den naam
,,Onse Vrouwepolder", doch aan deze kaart mag naar onze
meening geen waarde worden toegekend. Op de kaart
tegenover biz. 1 (Naeukeurige nieuwe Land-caert des Graef-
schaps Zeeland) vindt men eveneens bij een afbeelding
van een kerk in het zuidelijk deel van den polder de namen
,,De Oostpolder, Oost Kinckel ofte onser Vrouwepolder." Op
deze kaart staat geen jaartal.
1) Archief, uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen 1932, blz. 57 e.v.
2) M. Smallegange, Cronijk van Zeeland, tusschen blz. 120 en 121.