8 den noorddijk van Sint-Joosland „totter halver zee ofte kreke", maar deze grensomschrijving was zeer vaag. Ook in dit geschil werden door beide partijen gemachtigden aan gewezen. die na genomen inspectie en daarop gehoord dijkgraaf en gezworens van Sint-Joosland benevens oude varende luiden, landluiden en stellenaars, lang zoo tot Arne- muiden als in Sint-Joosland en vóór de indijking'op de slikken gewoond hebbende, genoegen namen met een daarop door twee gezworen landmeters ontworpen verbaal van grensbe paling van den volgenden inhoud „Eerstelijk, beginnende van Oosten in aan den nieuwen oostdijk van den Middelburgschen polder van het midden van de groote kreek buiten den noorddijk van Sint-Joosland, geteekend op de kaart met de letter A, loopende vandaar langs de halve kreke tot aan een paal, aldaar gesteld, en geteekend met de letter B, loopende vandaar volgens de gestelde palen tot aan den grooten dam. geteekend met de letters CD. waar een nieuw gedolven dulve zal worden gelegd, en vandaar langs de halve groote kreke tot aan den nieuwen westdijk van den Middelburgschen polder, geteekend met de letter E, en hebben bevonden dat het land, aankomende de ambachtsheeren van 's Heer-Arendskerke, achtervolgens het voorschreven bescheid gemeten zijnde overal ter halver dulve en aan de kreek tot aan het water, gelijk hetzelve in den zomer heeft gestaan, is groot bevonden binnen den Middelburgschen polder Blooische maat 38 gemeten 50 roeden, en diep uitgeput land één gemet 100 roeden. En voorts zal het gescheid buiten den nieuwen westdijk van de halve kreke bij de letter E wezen van de buitenteen van den dijk van Sint-Jooslancj 27 roeden volgens de paal, aldaar gesteld, en van den eersten hoek buiten den westdijk van den Middelburgschen polder van den dijk van -Sint- Joosland en geteekend met de letter I en gemeten zijnde winkelhaaks uit de raaie van den dijk van Sint-Joosland, daar den nieuwen westdijk aan gesloten is, 52 roeden, komt alsdan in het midden van de kreke, ge teekend met de letter F, raaiende vandaar langs de kreke ter lengte van 28 roeden tot aan de letter G, makende een hoek I F G van 141 graden, en raaiende van de letter G voorwaarts tot in het diep van de Middel- burgsche haven, geteekend met de letter H. makende een hoek F G H van 129 graden. Actum binnen Middelburg dezen 28 November 1644 en was geteekend J. Pieterse en A. Smallegange, gezworen landmeters, waarmede partijen voornoemd hierin haarzelven gehouden hebben ver genoegd en gecontenteerd, zoo ten opzichte van het scheid binnen als ook buitendijks, beide in het vermelde verbaal begrepen, belovende daar tegen nooit iets te zullen doen of gehengen bij iemand gedaan te worden, directelijk noch indirectelijk. t Oorkonde geteekend enz. (volgen de hand- teekeningen der gemachtigden). De hiervoren omschreven grens is thans nog de grens tusschen de ambachtsheerlijkheden Nieuwland en Sint-Joos land. nl. in den Middelburgschen polder door het midden van den watergang, welke van het Oosten naar het Westen door den polder loopt, en als ,,de visscherij bekend is ook in den Molenpolder kan die scheiding door slootjes tusschen eenige perceelen bouwland nog worden aangewezen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1943 | | pagina 24