13 180 roeden (thans de hofstede Molenzicht) gold slechts 28 5 sch. per gemet. De totale opbrengst bedroeg 28579 12 sch. 4 gr., zoodat Middelburg het dubbele bedrag ontving van hetgeen de bedijking had gekost. Voor rantsoenpenningen werd nog ontvangen, tegen 8 gr. per pond. een bedrag van 952 13 sch. 1 gr. De geheele grootte van den polder was in de 19 kavels 593 gemeten 160 roeden, die van de aan Ambachtsheeren van Sint-Joosland toekomende strook gronds langs den dijk van Sint-Joosland gelegen, de Goudmijn ge noemd, 38 gemeten 50 roeden, van het kerkeland 6 gemeten 140 roeden en voor het dorp uitgespaard 4 gemeten, tezamen 642 gemeten 50 roeden, Blooische maat1). Aan den landmeter Jacob Pietersen werd in 1644 nog be taald voor het carteeren van het dorp in den Middelburgschen polder en voor het afsteken van de erven aldaar 1 16 sch. 8 gr. Deze erven werden door Middelburg op cijns ter bebou wing uitgegeven. In 1645 werd voor het maken van het kerkhof 11 13 sch. betaald het werd door het graven van een sloot van de daar omheen afgebakende straten gescheiden. De tienden in den polder werden in 1645 verpacht voor 36 4 sch. 9 gr. Nog voor de. bedijkingswerken van den Middelburgschen polder gereed waren, was reeds door de Thesauriers van Mid delburg verpacht het veer van het Oosthavenhoofd op den polder. In de rekening van 1644'45 kwam betreffende dit veer de volgende post voor „Ontvangen van Marcus Bouters van 't bedienen van 't veer en 't overzetten van passanten van 't einde de Lange haven op den Middelburgschen polder 16 13 sch. 4 gr. Hoewel men dat niet vindt vermeld zal er wel spoedig na de voltooiing van den dijk een veerdam bij het dorp Nieuw- land zijn aangelegd tegenover het Oosthavenhoofd der Mid- delburgsche haven. In 1657 werd op het eind van dien dam een veerhuisje gebouwd. Vermoedelijk een wachthuisje, want de veerman woonde toen in het dorp. Reeds in hetzelfde jaar der bedijking van den Middelburg schen polder werd ook door de regeering van Arnemuiden vanaf het Goesche hoofd een overzetveer op dien polder op gericht. Dit veer werd reeds in Maart 1644 door de stad voor twee jaren in het openbaar verpacht en in 1646 weer voor twee jaar voor 36 gulden per jaar. Het wegje in den Johanna- 1) Voor de namen der kaveleigenaren, bijna allen Middelburgsche regenten, zie Walraven en Polderdijk, a.w. blz. 258.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1943 | | pagina 29