14
polder tegenover Arnemuiden is nog de voormalige veerweg.
Dit overzetveer heeft bestaan tot het jaar 1872. toen het
Arnemuidsche gat ten behoeve van den aanleg van den ver
bindingsweg tusschen de hoofdkom van Arnemuiden en den
Rijksweg in den Middelburgschen polder werd afgedamd.
II. DE VERDERE GESCHIEDENIS VAN DEN POLDER.
Hoewel reeds in April 1644 van ..dijckgraef en gesworens
van de dijckagie van den Stynckaert" melding wordt ge
maakt1). die advies uitbrachten aan het stadsbestuur dat de
bedijking had ondernomen, kwam eerst bij de bovengenoemde
verkoopsconditiën van 22 December van dat jaar een regeling
van het polderbestuur tot stand. Art. 13 bepaalde dat tot ,,di-
rekcie ende opsight van dese dijckagie door de ..gemeyne
ingelanden, daertoe sijnde gequalificeert' twee personen zou
den worden aangewezen om daaruit een dijkgraaf te kiezen,
vier voor de keuze van twee gezworenen, en twee om daaruit
een penningmeester te benoemen door de magistraat der stad
Middelburg, toen de ambachtsheer van den Polder-). Stem
gerechtigd waren volgens art. 2 de ingelanden, in de dijkage
..gelant ende geërft ten minsten ter grootte van 24 gemeten
niemand echter zou, ongeacht zijn grondbezit, meer hebben
dan één stem. In tegenstelling met de „cleene gelanden",
waarvan een resolutie van 4 Sept. 1724 spreekt, worden zij
hoofdingelanden genoemd. Als dijkgraaf fungeerde, van den
aanvang tot 1668, een der Middelburgsche burgemeesters als
vertegenwoordigende den ambachtsheer. In genoemd jaar
echter werd door de gelanden besloten Wet en Raad van
Middelburg hadden eigener beweging al een opvolger voor
den aftredenden dijkgraaf-burgemeester Thibaut aangewezen
in de vacature niet te voorzien, doch dat een tweede
gezworene uit de parochianen, in den polder woonachtig, zou
worden gekozen s) blijkbaar was aan het voorschrift van
1644, dat van twee gezworenen sprak, niet de hand gehouden.
Toen Middelburg ook deze heerlijkheid tengevolge van de
debacle zijner finantiën tezamen met bijna al zijn bezit van
1De hier vermelde gegevens zijn, zoo niet anders is vermeld, ont
leend aan de registers van resolutiën van den Polder (Inv. archief nos.
1—3) en uiterst gemakkelijk terug te vinden, zoodat wij ons van uitdruk
kelijke vermelding ontslagen rekenen.
2) Hoewel Middelburg bij den verkoop van 22 Dec. 1644 de ambachts-
gerechtigheid aan zich had voorbehouden, werd eerst 17 Mei 1645 de
polder tot een ambachtsheerlijkheid verheven en ten name van een burge
meester der stad gesteld. Zie Walraven en Polderdijk, a.w. blz. 206.
3) Zie hierachter de bijlage sub I.