18 soo ende gelijck by afmeetinge van den landtmeeter bevonden werden sal, gelijck op andere plaetsen profitelijck alsoo werd gepractiseert." Het volgend jaar echter deelde de ambachts heer mede dat deze wijze van onderhoud ..niet vrugtbaer noch voordeelig is uutgevallen, alsoo by eenige onderlaten wierde hun gedeelte caveldijcx te becrammen, waerdoor teeniger tijdt groote schade soude mogen werden veroorsaeckt" de ge landen besloten daarop 3 Mei eenstemmig dat in de toekomst de dijk niet meer zou worden gekaveld, ,,maer dat sulcx sal geschieden op den ouden voet als voorhenen, invougen dat d'oncosten daervan int gemeene in reeckeninge sal werden gebraght soo dat behoort." In de vergadering van 7 Mei 1655 werd de administratie uitgebouwd door het besluit, te houden een „pertinent register van registrature van belastinge op de landen", waarover een ordonnantie werd vastgesteld1). Sluiskwesties hebben van den aanvang de aandacht van het polderbestuur gehad. Van de eerste is boven reeds melding gemaakt, en ook in de 18e en 19e eeuw bevat het resolutieboek hierover talrijke besluiten-), waarbij wij hier niet willen stil staan, hoe belangrijk de suatie voor een polder ook zij. Van geheel anderen aard, doch voor de belanghebbenden van groot belang, was hetgeen ten aanzien van de tienden wordt vermeld, temeer waar dit een merkwaardigen blik geeft op verandering in de bebouwing. Den 21 en December 1736 werd een bespreking gehouden over deze lasten die de inge landen waren blijven betalen van de landerijen, die tot weiden en bosschen waren gemaakt geworden, hetgeen als onjuist beoordeeld werd daar men nergens tienden betaalde dan van vruchten, die op zaailand staan. Er werd besloten de kavels der „weiden en plantages" te laten meten en evenzoo van het zaailand, en dan een nadere beslissing te nemen. In Juni 1737 werd deze behandeld, doch een uiteindelijke beslissing schijnt niet te zijn genomen. Een halve eeuw later echter volgde een uiterst belangrijke beslissing: 31 October 1785 werden alle tienden „voor de gemeene gelanden" afgekocht uit den boedel van een jonkvrouwe Duvelaer, wier voorvader ze in 1677 van Middelburg had overgenomen. Naast dit eigen bestuur van den Polder heeft ook het col- 1) Zie Walraven en Polderdijk, a.w. blz. 209 vlg. 2) 12 Juni 1659, 19 Maart 1671, 6 Mei 1698, 3 Aug. 1699, 6 Mei 1704, I Mei 1708, 3 Mei 1712, 1 Mei 1714, 10 Nov. 1719, 3 Sept. 1/39 15 Aug. 1740, 16 Febr. 1741, 20 Juni 1759, 3 Mei 1768, 12 April 1769, I Mei 1770, II Sept. 1802, 30 April 1836, 31 Dec. 1866.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1943 | | pagina 34