26 schreven, en een dochter Charlotte de Huybert, waarschijnlijk in 1622 of 1623 te Amsterdam geboren, waar evenwel tot 1625 haar doop niet in de doopboeken is aangetroffen. Van geen dezer kinderen zijn ons verdere lotgevallen bekend alleen weten we dat Charlotte als dichteres enige naam heeft gemaakt. Op 15 Maart 1618 vertrok de jonge Constantijn Huygens naar Zieriksee, om door De Huybert in de rechtspraktijk te worden ingewijd. Het blijkt niet, waaraan De Huybert dit te danken had wel spreekt hij Huygens in een van zijn brieven als ..waarde neef' aan 1maar evenmin blijkt iets van enige familierelatie tussen leermeester en leerling2). Huygens is niet langer dan enkele weken in Zieriksee gebleven al op 7 }uni immers vertrok hij in het gevolg van Carleton, de Engelse gezant in Den Haag, naar Londen. Er zijn van hem vier brieven bewaard, twee aan zijn moeder en twee aan zijn vader gericht, die hij in zijn Zierikseese tijd heeft geschreven, en waarin hij o.a. De Huybert beschrijft als een klein man netje, wiens mond geen ogenblik stil stond3). Huygens, die bij de De Huyberts aan huis woonde, werd er hartelijk ontvan gen4), maar hij moest er ook hard werken, en kon de Zierik seese jongelui dus geruststellen, dat ze in hem geen mede minnaar behoefden te zien 5). In een van zijn brieven roemt hij De Huyberts bibliotheek6), in een andere dringt hij er bij zijn vader op aan, dat deze hem nog enige tijd in Zieriksee zal laten blijven, om te profiteren van de mooie gelegenheid, die zich niet zo licht weer zal voordoen Als contraprestatie onderwees Huygens zijn leermeester in de wiskunde, waarin deze een volslagen vreemdeling was8). Huygens en De Huybert hebben elkaar niet uit het oog 1J. A. Worp. De briefwisseling van Constantijn Huygens. II ('s-Gravenhage. 1913), no. 1530. 2) Noch de genealogie van de familie De Huybert. noch die van de Huygensen verspreidt over een mogelijke familieverwantschap enig licht. Over Huygens' Zeeuwse relaties vgl. Nagtglas, t.a.p. I, blz. 448, waar zelfs de mogelijkheid wordt aangenomen, dat de familie uit Zeeland afkomstig was. 3) Worp. Briefwisseling. I ('s-Gravenhage, 1911), nos. 4043. 4) t.a.p.. no. 41. Huygens noemt hem ..homuncio loquacissimus, qui nihil non effutire quam quicquam reticere mallet". Vgl. in no. 42 ,,mon petit maistre". 5) t.a.p., no. 40. 6) Ad iuventutein Ziricaeam eligia apologetica. J. A. Worp. De gedichten van Constantijn Huygens. I (Groningen, 1892), blz. 114 -115. Het gedicht is te Zieriksee op 31 Maart 1618 gemaakt. 7) Worp, Briefwisseling, I. no. 41. 8) t.a.p.. no. 43.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1943 | | pagina 42