36 in ruimer kring wordt aangehangen, en wat de oorzaak, dat men algemeen de kennis der vrouwen voor zo gering acht. Is het jalouzie van de kant der mannen, of vrees voor de vrouwen, dat zij de regering aan zichzelf houden Maar als deugd en verstand de eisen zijn voor een goede regering, hoe komt het dan dat alleen de mannen regeren Immers vindt men in dit boek beschreven, welk verstand en welke deugd aan de vrouwen verleend is, met welke godzaligheid, kennis en kunstvaardigheid de vrouw evenzo als de man door God begunstigd is. Zijn er trouwens niet tal van voorbeelden aan te wijzen van vrouwen, die een gelukkige hand van regeren hadden Is Engeland onder het bewind van Koningin Elisa beth niet in welvaart en voorspoed toegenomen Waarom staat de vrouw dan in het dagelijkse leven geheel en al onder de macht van de man, en mist ze alle recht van medezegging schap Hadden de vrouwen de wetten gemaakt, zeker hadden ze het anders gedaan, en aan de vrouw niet minder dan aan de man rechten geschonken. Maar daarvoor is het nu helaas te laat. Wat heeft de vrouw, vraagt ze aan Van Beverwijck Wat heeft de Vrouw, mijn Heer, nu doch van al haer deught, Haer vroomheyt, en vernuft, die ghy verhalen meught Wat heeft eenVrouw van 't lof.waer met sy haer hoort roemen, Dan hoogh-verheven roem van neer-gebleven bloemen Wy blijven die wy zijn ons deught is dons alleen En daer van komt doch niets ten dienste van 't gemeen. Want soo wy ons bywijl tot schrijven schoon begeven. Veel tijts daer in beste en in 't beste van ons leven, Geen mensch die dit geschrift om wijs te worden leest Maer om 't vermaeck in 't schrift van eene Vrouw haer geest. Het vrij uitvoerige gedicht eindigt met de lof van Anna Maria van Schurman, van alle zeventiende-eeuwse feministen de meest begaafde, en ook in haar eigen tijd al als zodanig door haar medestrijdsters vereerd. Het zou wellicht de moeite lonen, te weten hoe Charlotte de Huybert zich verder ont wikkeld heeft, als dichteres en als strijdster voor de rechten van haar sekse, maar de historie bewaart over haar verdere leven het diepste stilzwijgen. Op 23 Februari 1646 is in de Pieterskerk te Leiden, volgens de aantekening in het begraafboek, een dochter van de ad vocaat (de) Huybert op de Breestraat begraven. Is dit Char lotte geweest, die dus op jonge leeftijd zou zijn gestorven, en is het daaruit te verklaren dat we nooit meer iets van haar horen Men zou geneigd zijn, deze vraag toestemmend te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1943 | | pagina 52