XIII rium ,,Van der Trappen" is, als van weinig beteekenis wegens zijn primitieve inrichting, daar niet geplaatst. Eén portefeuille van Dr. van Hennekeler, nl. die met Zeeuwsche korstmossen, is nog in bewerking bij het Rijksherbarium. Ik wil mijn verslag niet beeindigen alvorens gewag te heb ben gemaakt van het honderd vijf en zeventig-jarig bestaan van ons Genootschap. Men pleegt bij soortgelijke gelegen heden gaarne den blik te richten op wat voorbij ging. Immers Es ist ein grosz Ergötzen, Sich in den Geist der Zeiten zu versetzen, Zu schauen wie, vor uns, ein weiser Mann gedacht, Und wie wir 's dann zuletzt so herrlich weit gebracht. 1 Het wil mij voorkomen dat, met alle waardeering voor wat in het verleden werd volbracht, het huidig oogenblik behoefte heeft aan een anders gericht zijn van den geest, en zulks te gereeder sinds in 1919, ter gelegenheid van het anderhalve - eeuwfeest, een uitvoerig gedenkboek werd uitgegeven, dat den leden, die hun hart aan de Historie hebben verpand, ter nauw gezette bestudeering mag worden aanbevolen. Het is den mensch nu eenmaal niet gegeven den sluier te lichten, die de toekomst voor hem verbergt ik vraag dus Uw aandacht voor een overdenking, die het heden tot thema heeft gekozen, meer concreet ons Genootschap als organisatie van wetenschappen in dit tijdsgewricht. Veelal is het niet zóó eenvoudig, ;a bout portant, een onder werp te definieeren, ook al is men er ten zeerste mede ver trouwd, zooals het voorbeeld van Augustinus ten opzichte van het begrip van den tijd aantoont „Si primo ex me quaerat, scio, si quaerenti explicare velim, nescio". 2) Derhalve moge ik U, ongetwijfeld ten overvloede, herinneren aan de gebrui kelijke indeeling, die van de natuurwetenschappen de weten schappen van den geest onderscheidt „Die Wissenschaften, welche die Ordnungen des Lebens in Staat, Gesellschaft, Recht, Sitte, Erziehung, Wirtschaft, Technik und die Deu- 1) Goethe's Faust. 2) Augustinus, Confessiones.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 13