15 Kolff Toen zijn vader in 1788 stierf, bleef zijn moeder met elf kinderen achter, hetgeen zware plichten legde op de schou ders van Gualtherus, den oudsten zoon. Voor den handel opgeleid vestigde hij zich te Rotterdam als „zeehandelaar", d.w.z. als importeur en commissionnair 2In 1804 werd hij waarnemend Deensch consul, een jaar later Agent of Com- mercieraad van den koning van Denemarken, een functie, die hij gaarne aanvaardde om vrijer te staan tegenover de Fran- sche autoriteiten. Als koopman gaf Van den Bosch blijken van bekwaamheid en activiteit, maar evenals anderen vielen de tijdsomstandig heden hem zwaar. Wij kunnen ons voorstellen, dat ook hij belang stelde in de mogelijkheid voor handelskapitaal een ander emplooi te vinden. Waarom hij eerst in 1810 en niet dadelijk in 1809 tot de maatschap van W. Suermondt c.s. toe trad, viel niet na te gaan. In ieder geval toonde Van den Bosch zooveel vertrouwen in de onderneming, dat hij in 1813 nog een tweede aandeel bijkocht, hoewel menigeen toen de vooruitzichten voor den Lodewijkspolder niet gunstig beoor deelde. Wij vermeldden reeds, dat G, J. van den Bosch in 1811 en 1812 meermalen naar Zuid-Beveland reisde om zich van den stand van zaken op de hoogte te stellen. Vermoedelijk kwam hij toen onder de bekoring van het landbouwbedrijf, dat hem van huis uit vreemd was ook van het wijde landschap langs de Zeeuwsche wateren, waarvan de Zandkreek tusschen Noord- en Zuid-Beveland met zijn rijke kleurschakeeringen en eenzame grootschheid wat aangrijpende schoonheid betreft wel de kroon spant. Nadat Van den Bosch zich met zijn gezin 3in het voorjaar 1813 te Goes had gevestigd, brak een tijd van harden inge spannen arbeid aan. Bijgestaan door zijn ,,over-opziener" Bouwman slaagde hij er evenwel in alle moeilijkheden te 1) Biografische gegevens in F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeu wen I 1890 blz. 64 e.v. vgl. ook A. J. van der Aa, Biografisch Woorden boek der Nederlanden II, en Nieuw Nederlandsch Biografisch Woorden boek II J. ab Utrecht Dresselhuis in Alg. Kunst- en Letterbode 1836, nr44. 2) Over de zeehandelaren" zie P. A. A. van Mechelen, Zeevaart en zeehandel van Rotterdam (18131830), diss. 1929, hfdst. II, 1. 3) G. J. van den Bosch was gehuwd met Margaretha van der Meulen, uit welk huwelijk, evenals uit dat van zijn ouders, elf kinderen werden geboren. De meest begaafde zonen waren Iman Gualtherus Jacob, de oudste, die later zijn vader als directeur opvolgde en naam maakte als landbouwkundige, en Dr. Roelof Benjamin van den Bosch, bekend als medicus, kruidkundige en musicus (f 1862).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 33