19 door den afzet van slachtvee of zuivelproducten was de mest- voorziening van een bedrijf, dat naar maximale intensiteit van bebouwing streefde. Daarom werd ook nog straat- en stalmest uit naburige steden bij gekocht. In 1821 liet I. G. J. van den Bosch 1die na de voltooiing van zijn landhuishoudkundige studiën in Duitschland geheel in dienst van de maatschap was getreden, een heerenhuis te Wilhelminadorp bouwen. Voor zijn dagelijksche wandelingen naar de verschillende boerderijen en voor de regelmatige in spectie van akkers en weiden woonde hij liefst op een centrale plaats in den polder. Hij was trouwens gehecht aan het kleine vredige dorp, dat hij als woonplaats koos en waar hij iedereen kende. I. G. J. van den Bosch bezat evenals zijn vader een warm sociaal gevoel en toonde veel hart voor zijn arbeiders. Daarom steunde hij ook met kracht het plan om een school te openen. Het schoolgebouw, grootendeels door de deelheb bers in den polder bekostigd, werd in 1822 voltooid en in gebruik genomen. Toen koning Willem I in 1823 een bezoek aan den Wilhel- minapolder bracht, gaf G. J. van den Bosch Zijne Majesteit een overzicht van het bedrijf :de indeeling van de gronden, de grootte van den veestapel, de bebouwde eigendommen, enz. Te Wilhelminadorp en omgeving woonden destijds 175 personen, waarbij in den zomer nog vele seizoenarbeiders kwamen. Van den Bosch vond nog gelegenheid er op te wijzen van hoeveel beteekenis de polder voor de welvaart van het naburige Goes was. Het binnenstromen van seizoenarbeiders in den zomer was echter niet in alle opzichten een voordeel. In sommige jaren waren het er wel zeshonderd, o.a. een groot aantal Vlamingen. Er bevonden zich soms onrustige elementen onder, vooral onder de meedelvers uit Holland, Tolen en Noord-West- Brabant. In September kwamen de meedelvers zelfs tot staken, maar dit verzet werd in enkele uren door het cordate optreden van I. G. J. van den Bosch met het dreigement doorwerken of ontslag" gebroken. 1) Iman Gualtherus Jacob van den Bosch, oudste zoon van G. J. van den Bosch, werd den 20sten October 1798 te Rotterdam geboren. Na zijn leerjaren in Duitschland en zijn huwelijk met Cornelia Adriana Kakebeeke, wijdde hij zich geheel aan de leiding van het bedrijf, dat zijn vader reeds tot bloei had gebracht. Zijn verdiensten als landhuishoudkundige zullen wij nog verder in het licht stellen. Biografische gegevens over hem in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II F. Nagtglas, Levens berichten van Zeeuwen I, blz, 64 e.v. Zie ook een artikel in Eigen Haard, 1880.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 37