26 moderniseering van het grootste landbouwbedrijf van Neder land snelle vorderingen. Ondanks aanzienlijke kapitaalinves- taties, welke de rationaliseering van het bedrijf vereischte, stegen de jaarlijksche uitkeeringen op de aandeelen tot een hoogte, die men vóór 1850 nooit had kunnen bereiken. Waren vroeger uitkeeringen van ƒ500 tot ƒ800 regel, in 1853 en 1856 kon 1.000 per aandeel worden uitgekeerd, van 1863 tot 1865 eveneens jaarlijks 1.000, daarna tot 1878 bedragen die varieerden van 1.400 tot ƒ2.400. De waarde van den bouwgrond in den polder steeg aan merkelijk door het draineeren van vele akkers. In dit opzicht heeft Van den Bosch waarlijk baanbrekend werk verricht. Draineering, waterafvoer door middel van aardewerkbuizen, die in den grond zijn aangebracht, vond na 1840 voor het eerst op groote schaal in Engeland en spoedig ook in Vlaanderen toepassing. Van den Bosch experimenteerde er reeds in 1845 mee, doch eerst na 1850 werden in den polder vele hectaren gedraineerd. Het nut ervan zag men bijvoorbeeld in het regen jaar 1852 toen de gedraineerde akkers goed droog lagen en aan merkelijk meer opleverden dan niet-gedraineerde bouwlanden. In 1860 waren in den Wilhelminapolder reeds 500 hectaren gedraineerd, elders in de provincie slechts 150 hectaren. Alleen op de meest moderne Groningsche bedrijven werd de drai neering even krachtig ter hand genomen als ten Noord-Oosten van Goes. Door zijn boekhouding was Van den Bosch in staat de financieele uitkomsten van het draineeren nauwkeurig te berekenen. Op het Landhuishoudkundig Congres van 1862 kon hij daaromtrent mededeelen, dat bij vergelijkende proeven met 76, 51 en 26 bunders gedraineerd en 50, 37 en 26 bunders niet drooggelegd land, bebouwd met wintertarwe, paarde- boonen en haver (oogst 1859), het gedraineerde land grootere netto-opbrengsten gaf van ƒ44,72, 33,41 en 28,27 per hect are. Bij draineeringskosten van ongeveer 100 per hectare dus een belangrijk voordeel. Wat het gebruik van moderne werktuigen betreft gaf de Wilhelminapolder ook den toon aan. Stellig voor Zeeland, doch in enkele opzichten eveneens voor Nederland. Reeds vroeg in de 19de eeuw had G. J. van den Bosch ondergronds- ploegen, extirpators en cultivators aangeschaft. Daar kwam onder de directie van I. G. van den Bosch in 1854 een stoomdorschmachine bij waarschijnlijk de eerste machine 1) Na het uittreden van eenige vennooten in 1813 bleef het kapitaal verdeeld in 35 aandeelen. Later leidde splitsing van aandeelen tot een indeeling in 70 aandeelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 44