34
Woensdrecht enkele overstroomingen aangegeven. De ten
noorden daarvan gelegen buurtschappen Emaus, Hildernisse
en Burchvliet schijnen eerst door den Allerheiligenvloed van
1570 te zijn overstroomd. Op het Algemeen Rijksarchief be
vindt zich althans een kaart, geteekend door Wouter van den
Dijk, gemaakt ,,ten bevele van mijne heeren den Commissa
rissen van Sijne Mat. opt stuck van den dicagie tot Bergen
opten Zoom in November 1570" 1waar o.a. het polderken
Hildernisse" en het „slot van Burffvliedt" geïnundeerd liggen.
Waarschijnlijk is men onmiddellijk tot herdijking overgegaan,
want óp een kaart van Hattinga van 1784, die volgens de
beschrijving een copie is van een kaart van Rute en Braems
uit 1575, liggen deze landen weer bedijkt 2). Houdbaar zijn
echter deze bedijkingen niet gebleken op de kaart van
Geenssen van 1698 liggen de schorren van Hildernisse en
Emaus, later meestal genoemd het verdronken land van het
Marquisaat van Bergen-op-Zoom, weer met de Schelde-
wateren gemeen 3zie de afb.
Deze kaart van Geenssen is nog in ander opzicht belang
rijk hierop is namelijk de ligging aangegeven van de dorpen,
die met de vloeden van de 16e eeuw verloren zijn gegaan,
evenals de geheele voormalige omtrek van het eiland. Ook de
loop der oude Schelde van vóór de overstroomingen is er
duidelijk op te onderscheiden. De provinciale grens toch, die
oudtijds door deze rivier werd gevormd, bleef ook na het ver-
landen van de oude bedding en het zich verleggen van de
hoofdgeul, op haar oude plaats. Uit de kaart blijkt dat de
grenslijn de Boomkreek, den Agger en vervolgens het Cree-
ckerack langs Bergen-op-Zoom volgde. De 18e eeuwsche
kaarten van de Hattinga's vermelden bij den Agger „Rivier
den Agger, scheyt Zeeland en Brabant". Ook op de moderne
topografische kaart is die zg. Agger nog duidelijk te volgen
in de Oud- en Nieuw Hinkelenoordsche polders.
De tegenwoordige grens volgt echter den ouden rivierloop
niet meer. Aan Brabant waren verschillende polders vast-
gedijkt, die administratief tot Zeeland behoorden4). Omdat
zij geheel van Zeeland lagen afgescheiden en de communi
catie dikwijls moeilijk was, werd het in de 19e eeuw beter ge
oordeeld hen bij Brabant in te deelen. Dit gebeurde bij K, B.
van 20 Juli 1814, zonder dat daarbij echter een definitieve
1) A. R. A., Inv. Hingman no. 1466, (copie van 1638).
2) R. A. Zeeland. Inv. de Waard nr. 1150 (thans verloren).
3) R. A. Zeeland. Inv. de Waard nr. 662 (thans verlorenj.
4) Zie Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden X p. 319.