35 grensregeling tot stand werd gebracht. Door de inpolderingen tijdens en als gevolg van de afdamming der Oosterschelde dreigde daardoor onzekerheid te ontstaan. Eerst bij de wet van 2 November 1871 (Stbl. 114) werd de grens tusschen Brabant en Zeeland tenslotte vastgesteld op de wijze, zooals de topografische kaart thans aangeeft. Het gevolg van de 16e eeuwsche overstroomingen is intus- schen geweest, dat de Scheldewateren zich over een veel grootere oppervlakte konden verspreiden, wat er toe heeft bijgedragen dat de oude Scheldegeul bij Woensdrecht geheel verlandde en allerlei nieuwe geulen zich in dat breede gebied konden vormen. Reeds 40 jaar na de rampen van 1530 en '32 was de passage tusschen den Brabantschen en Zuidbeveland- schen wal zoo ondiep dat Mondragon in 1572 met een groot aantal soldaten, tot ontzet van Goes, de Oosterschelde en het Verdronken land te voet kon overtrekken. Volgens Bor 4) en Van Meteren 2) gingen de troepen van Woensdrecht af „om trent vijf uren meest tot de middel toe door 't water", waarna zij zonder ongelukken binnen Zuid-Beveland aankwamen. P. J. Geyl3) schrijft, dat het leger van Mondragon met vaartuigen naar Zuid-Beveland werd overgezet, zonder zijn bron evenwel te noemen. Cuvelier 4haalt echter een stuk aan van 1590, waarin de bewoners van Antwerpen op herstel van de dijken rondom die stad aandringen, daar zij bevreesd zijn, dat de rivier zal verondiepen door de ontstane breedere bed ding. Als voorbeeld noemen zij de Oosterschelde. Tengevolge van de overstroomingen omstreeks het midden dier eeuw is ,,dye diepte sulx verslijmpt, dat men ten leegen watere te voete daer doire heeft sien gaen, jae met eenen heelen leger in 't ontset van der Goes". Als belangrijkste van de nieuwe geulen, die in de 16e eeuw door het verdronken gebied van Zuid-Beveland ontstonden, ontwikkelde zich al spoedig de zg. Geule over het Land. Het noordelijk gedeelte van deze geul werd in verband met zijn loop langs het voormalige dorp Creecke ook wel het Creecke- rak genoemd. Het is de geul, die op kaarten van Visscher5) 1) P. Bor Czn Historie der Nederlandsche oorlogen. 1679. 2E. van Meteren Historie der Nederlandscher ende haerder naburen oorlogen. 1623. 3) P. J. Geyl Het verdronken land van Zuid-Beveland bij Bergen- op-Zoom. Sinte Geertruydtsbronne, le jaarg. 4) J. Cuvelier De bevaarbaarheid der Schelde op het einde der XVIe eeuw, Versl. en Meded. Kon. VI. Ak. 1924, p. 427. 5) Pascaert van de ghelegentheyt van de Schans te Santvliet, door Claes Jansz. Visscher, 1631. (Muller, Historieprenten, nr. 1671).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 57