36 en Langenes J) uit 1631 is aangeduid als de Dulft en de Zuid kreek op de kaart van Visscher is de Zuidkreek wel eenigs- zins verteekend. Deze kaarten zijn uitgegeven naar aanleiding van de groote overwinning der Hollandsch-Zeeuwsche vloot onder Hollaere op de Spanjaarden in het Slaak. Uitvoerig wordt deze onder neming behandeld door Dr. M. G. de Boer 2), Het doel der Spanjaarden was vasten voet te krijgen aan het Hollandsch Diep om daardoor de communicatie tusschen Holland en Zee land te verbreken. Zij brachten daartoe o.a. een groote trans- portvloot bij elkaar tot vervoer van troepen en geschut. De opzet was geweest om na den tocht door de geulen van het verdronken land van Saaftinge, via de Pietermanskreek, van de Honte in de Schelde te komen, een weg, waarlangs de Hollandsch-Zeeuwsche vloot om de geringe diepte niet zou kunnen volgen. Echter bleek ook voor de Spanjaarden de overtocht door laatstgenoemde kreek onmogelijk. Het getij was zoodanig, dat in het gat bij hoogwater slechts 3J/> voet water kwam, terwijl de Spaansche sloepen een diepgang hadden van 4J/£ voet Zij waren dus verplicht den weg door de Dulft en de Mosselenkreek te kiezen. Hollaere trok zich bij het bericht, dat de Spanjaarden in het Saaftingergat 's avonds 11 September waren aangekomen, terug naar de sterkte Keizershoofd, in de meening dat de expeditie tegen Zuid-Beveland gericht was. Daardoor gelukte het den Span jaarden den volgenden morgen vroeg zich met opkomend getij ongemerkt uit de voeten te maken. Door de lengte der vloot hadden de laatste schepen al weer met vallend water te kampen, waardoor er verschillende Spaansche schepen aan den grond raakten. Toen Hollaere bemerkte, dat de Span jaarden over het Verdronken land trachtten te ontkomen, kon hij de achtervolging niet direct beginnen, maar was genood zaakt tot 's middags vier uur voor anker te blijven liggen om van het opkomend getij gebruik te kunnen maken. Uit deze geschiedenis blijkt wel duidelijk, dat de geulen slechts bij betrekkelijk hoog water bevaarbaar waren. Deze toestanden, die zich dus ontwikkeld hadden na de ingrijpende veranderingen, die plaats vonden in het midden der 16e eeuw, bleven in de volgende eeuwen vrijwel sta- tionnair. 1Caerte van de Schelde, gelijck oock die verovering van 's viands vloot. (Uitgegeven door Barent Langenes, 163! (Muller a.w. nr. 1673)). 2) Dr. M. G. de Boer De slag op het Slaak. (Tljdschr. voor Gesch., Land- en Volkenkunde, 1911).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 58