45
deerende Antwerpen als die van Blanchard weersproken als
zou al in 1276 op de Honte een tol geheven worden, die te
vergelijken is met een wachtpost van Iersekeroord. Immers, het
gaat hier slechts over een soort veiligheidsbelasting, waarvan
de steden en kloosters, die door hun ligging er het nauwst bij
betrokken waren, werden vrijgesteld, echter niet als zij vreem
de goederen vervoerden. Nog in de 15e eeuw blijkt het ge-
leiderecht zich naast den gewonen tol gehandhaafd te hebben,
want in 1479 en 1488 doet Antwerpen pogingen om de „ha
ringen, die diverse particuliere personen in 't geleyde van de
riviere van de Honte hebben", af te koopen 4).
Zonder als Sneller -een anderen weg te willen zoeken
waaraan die plaatsen (Agger, Rilland en Valkenisse) gelegen
zouden hebben en waarbij waarschijnlijk werd gedacht aan de
oude verbinding tusschen Antwerpen en Middelburg via de
Zwake en Loo-Yve, die echter in de 13e en 14e eeuw sterk
verlandde 3en tenslotte in 1480 door een dam geheel werd
afgesloten, kunnen wij de opvatting van Beekman4) en Prims
onderschrijven dat de Honte in de 13e eeuw vooral van belang
was voor het binnenlandsch verkeer. Prims 5) zegt daarvan
,,de Honte is in de XHIe eeuw van beteekenis noch voor de
vaart op Engeland, vermits die langs de Schelde haar weg
neemt, noch voor de vaart op Maas- en Rijnlanden, want dan
ging het langs Striene en Eendracht. Voor beide bestemmingen
kon Antwerpen de Honte missen. Maar van des te meer be
lang was deze kreek voor de Antwerpsche stapels voor den
visch- en zouthandel, ook voor de granen".
Elders6) noemt hij een bericht waaruit zou moeten blijken
dat in 1235, wanneer Isabella van Engeland, de bruid van
keizer Frederik II, door een deputatie van Westminster wordt
gehaald, de vloot de Oosterschelde invoer op weg naar Ant
werpen. Dat hier werkelijk sprake is van de Oosterschelde
lijkt wel waarschijnlijk, doch wordt nergens bewezen. De
kroniekschrijver 7zegt zelfs dat de schepen na drie dagen
1Reg. Priv. Ducis Caroli A. R. A. Leenkamer nr. 64) f. 8789.
2) Sneller, Walcheren p. 22 n. 1 het zwaartepunt van de kwestie
ligt meen ik in de ,,theloneum sive conductus de Rieland de
Valkenisse de Agger", en in het vaststellen van de verkeersweg (en),
waaraan deze tollen lagen.
3) Beekman Zeeland in 1300 p. 46 Ovezand en Heinkenszand eind
13e eeuw bedijkt. 4) Ibidem p. 12.
5) F. Prims, Geschiedenis van Antwerpen II boek 2 p. 184.
6) A.w. I p. 100.
7) Rogeri de Wendover Chronica, 4471235. Mon. Germ. S.S. 28 p. 72.