46
varens den Rijnmond1) bereikten en na een heelen dag en
nacht pas bij de Antwerpsche burcht aanlegden.
Beekman beschouwt de Honte in de Middeleeuwen als een
uitgestrekte, ondiepe zeeboezem bij vloed, een grootendeels
droogvallende zand- en slijkvlakte bij eb, waar tusschendoor
geulen of kreken liepen van weinig diepte en waarvan waar
schijnlijk slechts een enkele (de Honte) onafgebroken door
liep van de Schelde naar het Westen. De aanhoudende wer
king der getijden, sterker geworden door de verwijding van
den mond aan zee, heeft de gronden uitgeschuurd en daarna
de gronden in en langs de Honte voor een deel doen ver
dwijnen.
Een compromis dus tusschen de opvattingen van Blanchard
en Sneller. Ook dr. W. S. Unger, die aan den tol van Ierseker-
oord een publicatie wijdde2), komt tot de conclusie dat ge
durende de 15e eeuw de scheepvaartweg zich van de Schelde
naar de Honte heeft verplaatst.
Oorspronkelijk is het tolhuis te Iersekeroord voldoende om
den tol te innen, die „hangt an den vier marcten tot Antwer
pen ende tot Bergen an den Zoem, ende sonderlinghe an den
Engelschen coepman" s). Wanneer de schippers echter nieuwe
wegen ontdekken en daarvan gebruik maken om den tol te
ontloopen, moet de pachter hen daar volgen en deze zet dan
allerlei wachtposten uit. Het boven vermelde eindvonnis noemt
er verschillende in een charter van Philips den Schoone. Deze
bepaalt dat de tol weer geheven zal worden zooals ten tijde
van de hertogen Philips den Goede en Karei den Stoute. Tij
dens het bewind van Maria de Rijke was er een onderbreking
geweest, afgedwongen door Antwerpen et l'annee en-
suyant, qui fut IIIIXXXV 4), eussions par nos lettres patentes
ordonné que, quant la ferme desdicts de Middelbourg dat
dan optreedt als tolpachter) seroit expiree, nostre diet tonlieu
seroit mis a nouvelle ferme a tous les wachtes, qui souloient
estre durant le temps de nosdicts predecesseurs, est assavoir
Vlissinghe, Ermude, Zoutelant, Rammekens, Veere, Cats,
Valckenesse et aultres".
Tenslotte heeft de Honte alle scheepvaart tot zich getrokken
en wordt de tol overgeplaatst naar Antwerpen 5dit gebeurt
in 1532, wanneer keizer Karei V ordonneert „dat de tollenaar
1De uitgevers merken in een noot op ostium Rheni potius Scaldis.
2) Zie hiervóór p. 44 n. 1.
3) Dr. H. J. SmitBronnen tot de geschiedenis van den handel met
Engeland, Schotland en Ierland (R. G. P. 65) I nr. 943.
4) 1495. 5) Unger, Iersekeroord p. 131.