49
Antwerpen probeert geen enkele keer het betoog der pach
ters, als zou de Honte vroeger veej minder bevaarbaar zijn
geweest, te weerleggen. Wel beroept het zich op de uitspraak
van 1276 en een nietszeggenden brief van 1304 waarin de
hertog van Brabant den Hollanders en Zeeuwen toestond hun
vijanden te arresteeren op het water, dat hij niet anders noemt
dan „aquam nostram" om te bewijzen dat er altijd een
doorgang is geweest, ,,que le passage n'estoit pas nouvel".
Zeeland heeft dit ook niet beweerd, maar wel „que par les
grandes innondacions, qui advinrent en son temps d.w.z.
ten tijde van Jacoba van Beieren et aussi auparavant tqut
en Flandres que en Hollande ladicte riviere de la Honte, qui
paravant avoit esté petite, etroite et peu profonde, estoit
devenu si grande, large et profonde, que tous bataulx, tous
karakes, gallaes, y poivent franchement navier et passer."
Zoo vlot als hier wordt voorgesteld ging het echter ook
weer niet. Nog in 1443 is de weg Bergen-op-Zoom niet ver
laten, zooals blijkt uit een Middelburgsche schepenacte 1
volgens welke de schipper van een Antwerpsche kraaier en
twee kooplieden uit Ipswich, van Antwerpen komende, te
Iersekeroord het zeil hebben gestreken en van al hun goederen
tol hebben betaald.
En wanneer in 1452 tusschen Antwerpen en de Hanze
onderhandeld wordt over het vestigen van den stapel aldaar,
blijken de zware Hanzeschepen nog niet via de Honte Ant
werpen te kunnen bereiken 2
Resumeerende kunnen wij dus met Sneller besluiten, dat de
Honte niet lang vóór 1400 een geregelde scheepvaartweg is
geworden. In de 15e eeuw is zij echter nog niet voor de groote
zeeschepen van dien tijd bevaarbaar daartoe komt het eerst
in de 16e eeuw 3).
Het is wel waarschijnlijk dat de verzanding van de Ooster-
Schelde en de verdieping van de Honte met elkaar in plau
sibel verband staan. Het wantij, d.i. de zoogenaamde samen
komst der getijgolven van Ooster- en Westerschelde, ver
plaatste zich naar het schijnt van de lijn Bat-Saaftinge naar de
lijn Bat-Woensdrecht. Een zeer geringe verdieping der Honte
tusschen Bat en Vlissingen of een zeer geringe verondieping
1) Smit, Bronnen handel Engeland I nr. 1262.
2) Hanserecesse II, 4 no. 52.
3) Merkwaardig is het voorkomen van een ondiepte ..Sceltlant" in de
Honte tusschen Borselhoeck en Gaternisse op een 15e eeuwsche kaart van
het Scheldegebied, gereproduceerd door Denucé, a.w. Of betreft het hier
een fout van den copiïst