63 Swanenburgh, rector binnen deser stede, over de instructie, die hy compt te geven aan syne discipelen, denselven te bene- ficeeren met een jaerlicx tractement van vijf en twintigh pon den VI. jaerlicx tot tijt ende wyle sijn schoole soodanigh sal sijn geavanceert, dat hy uyt het minerval van syne scholieren soude connen subsisteren, als wanneer het voors. tractement sal ophouden." Swanenburgh bleef niet lang in Veere op 3 Juli 1675 ontving hij voor de laatste maal tractement. Hem werd toen uitbetaald een som van 16 8 sch. 4 gr. VI., ten advenant van 25 VI. per jaar1). Hij woonde in het huis van burgemeester Somer in de Kerkstraat1waarvoor de burgemeester een vergoeding ontving van 15 per jaar. Aan het eind van het jaar 1676 vinden wij in Veere weer een nieuwen rector, Johan de Bisschop. Deze was vroeger Jesuit geweest en had een veelbewogen leven gehad. De notulen2) vertellen ons dat hij ,,met een ondermeester, Latijnsche schole houdende tot Arnemuyden, zich gepresenteert hadde met der tien persoonen bij provisie", om ,,met hope van aanwas van 't selve getal in dese stadt te comen woonen en Latijnse schole te exerceren, mits dat hem moghte werden toegeleyt sekere recognitiën en vrijdommen." Korten tijd daarna3) werd Bis schop aangesteld op een jaarlijksch tractement van 20 Vis., twee lasten turf, vrij accijns van stadswege, mitsgaders een ducaton die hem van yder dissipul per maent sal werden ge geven voor mynerval." Onder zijn rectoraat schijnt de Latijn sche school zich in een grooten bloei verheugd te hebben. Volgens Ermerins4) had hij ter schole 27 kostkinderen en 46 buiten de kost Er ontstonden echter moeilijkheden toen de stad Veere het salaris (het bedroeg 20 per jaar) aan Bisschop niet regelmatig uitbetaalde. Er wordt ons medege deeld5) dat de rector Bisschop ,,tot verkleeningh van dese stat ende haere schlechte directie in tbethalen van de schulden in specie die aen hem, Bischop, geschiedde, met odieuse expressiën over een volle tafel in de Florentijnsche Lelie uyt- berstende" gesproken had, ,,met toedoeninge dat hy in sulken plaets niet langer meende te verblijven ende dat hy tot dien eynde het huys, daer hy tegenwoordigh in woonde, albereits hadde opgesegt". Wet en Raad besloten het salaris aan Bisschop op te zeggen, die spoedig daarna uit Veere schijnt 1) Stadsrekening 1675. 2) Notulen van Wet en Raad 14 Nov. 1676. 3) Ibid. 25 I^ov. 1676. 4) Eenige Zeeuwsche Oudheden (1792), deel 6, p. 179 en 180. 5) Notulen van Wet en Raad 25 Juli 1681.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 85