73 te Leiden te Utrecht 1721—1740 1761—1780 1781—1800 1801—1820 1821—1840 1841—1912 6 1 2 5 2 0 in 1880 in 1907 te Harderwijk te Groningen 2 1 Voor Arnemuiden luiden de cijfers als volgt te Leiden te Utrecht te Harderwijk te Groningen 1578—1620 1621—1660 1661—1700 1700—1800 10 6 0 0 1643—60 vóór 1660 0 2 0 vóór 1761 0 1761 1 na 1761 0 Uit de cijfers blijkt, dat het hoogtepunt van de Latijnsche school te Veere viel in de periode 16201640, al zullen wel niet alle Veriani, die in de verschillende alba studiosorum ge noemd staan, abituriënten uit Veere zijn geweest. Ook is het mogelijk, dat de statistiek niet geheel zuiver is tengevolge van gelijknamigheid van neven. Wat Arnemuiden betreft, uit de cijfers is duidelijk af te lezen dat na de korte „steedsche" periode, de plaats in de tweede helft van de 17de eeuw weer een dorpsch karakter kreeg. Onze eindconclusie over deze beide scholen kan kort zijn van beteekenis waren zij geen van beide, hoewel aan de Veersche school eenige merkwaardige figuren verbonden wa ren, bv. J. Beeckman. Toch hopen wij met dit onderzoek een bescheiden bijdrage geleverd te hebben voor de geschiedenis van ons voorbereidend hooger onderwijs. Slechts door detail studie van vele Latijnsche scholen en publicatie van school orden komen wij tot een juister inzicht in de rol, die de La tijnsche school in het geestelijk leven van onze voorouders heeft gespeeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1944 | | pagina 95