XIX voorwerpen, aangekocht voor aankleeding van het stadhuis, wanneer dit zal zijn gerestaureerd, zoolang daaraan nog geen behoefte bestaat te onzer beschikking te stellen ter versiering van ons museum. Het bestuurslid, dat zich in het bijzonder met de zaken van het museum heeft belast, heeft daarop in overleg met de con servatoren een bescheiden reorganisatieplan ontworpen, dat onze beperkte finantieele en materieele krachten niet te boven gaat en dat weliswaar aan bijzonder hooge verwachtingen niet zal kunnen beantwoorden, doch dat niettemin, in afwach ting van grootscher mogelijkheid, reeds thans verbetering in den om meer dan één reden niet te apprecieeren toestand zal brengen. Het programma waarvan overigens tot dien kwa lijk kon worden gesproken werd beperkt en het Zeeuwsch karakter vooropgesteld daaraan vreemde bestanddeelen die nen onverbiddelijk te worden afgesneden om redenen van ruimte en van geldmiddelen beide. Van de verwezenlijking van dit minimum-programma is thans een deel verwezenlijkt entree, ontvangkamer, munten- zaal en de zgn. ouderwetsche kamer boven zijn voorloopig ge reorganiseerd, zij het ook dat nog niet alle boven aangeduide voorwerpen der Gemeente tot opluistering hebben bijgedragen. Wij hopen dat U na afloop dezer vergadering deze voorloo- pige resultaten in oogenschouw zult willen nemen. En nog meer hopen wij dat het ons gegeven moge zijn U het volgend en het daaropvolgend jaar de reorganisatie is opgezet als driejarenplan de resultaten te toonen van ons streven, on danks zijn zwakke krachten het Genootschap voor zijn be scheiden deel te doen medewerken aan de vervulling van het verlangen onzer Koninklijke Beschermvrouwe naar vernieu wing van het zoo zwaar beproefde Vaderland en van het ons allen zoo dierbaar gewest. Het overleden lid, wijlen de Heer F. P. Polderdijk, lega teerde in 1944 ten behoeve der Zelandia Illustrata een bedrag van 400. Van wijlen Mejuffrouw M. G. A. de Man ontving het Genootschap een legaat van 1000.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 19