21 (biz. 199). Aylomaorum, d.i. van Aylesford, een stad in Kent. Overigens vond ik niets over hem. Lockton (Johannes), z. pl., 16 Juli 1597 (blz. 314). Hij noemt zich Comptrollator propter Reginam Angliae in portu Sancti Botolphi en was dus koninklijk controleur in de haven van Boston (in Lincoln). Loopers (Apollonius), Leiden, 28 Maart 1596 blz. 487). Waarschijnlijk is hij een broer van Mathias Apolloni Loberius Middelburgensis, die 8 October 1592 in de juridische, en van Adrianus de Looper Middelburgensis, die op 18-jarige leeftijd op 2 September 1598 in de literaire faculteit te Leiden werd ingeschreven. Mr Adriaan de Looper was tussen 1615 en 1629 schepen en raad van Middelburg, en van 16301642 baljuw der stad. Hij overleed omstreeks 1647. De familie Loopers behoorde tot de notabelen van Middelburg. Apolonia Loopers was omstreeks 1600 gehuwd met Hugo Vet en in 1623 met Pieter Resen. Over onze Apollonius vond ik echter niets. Zijn inschrift in Jonas' album luidt Dum spiro spero. Quandoquidem nihil ex semet natura creavit Pectore amicitiae majus, nee carius unquam, Unus erat Pylades, unus qui mallet Horestes Ipse mori. Lis una fuit pericula mortis Alter quod raperet, fatum non cederet alter. Et duo qui potuere sequi vix noxia poenis Optavitque reum sponsor non posse reverti Sponsoremque reus timuit, ne solveret ipsum27). 27) Voor de vertaling van dit inschrift heb ik de hulp moeten inroepen van Prof. Dr H. Wagenvoort, die mij over enkele voor mij onontwarbare plaatsen inlichtingen gaf. Op grond van deze gegevens kom ik tot de volgende overzetting Zolang ik ademhaal heb ik hoop. Aangezien de natuur niets groters noch iets lieflijkers uit zichzelf heeft voortgebracht dan de vriendschap, waren Pylades en Orestes de enigen die liever zelf wilden sterven (dan hun vriend te zien sterven). De enige twist die tussen hen oprees ontstond, omdat de een het doodsgevaar op zich wilde nemen, terwijl de ander van de dood evenmin afstand wilde doen. En wat betreft deze twee, die een nauwelijks strafwaardige daad konden volvoeren, wenste de een, de borg, dat de aangeklaagde niet zou kunnen terugkeren, en de ander, de aangeklaagde, vreesde juist dat hij zijn borg niet zou kunnen lossen. Waarschijnlijk slaat dit op een der minder bekende lezingen van de mythe van het vriendenpaar Orestes en Pylades, waarin verhaald wordt hoe Iphigenia een van de beide gevangen genomen vrienden als bode naar Argos wil zenden. Dit zal Pylades zijn, die vertrekt met de belofte om terug te keren, waarvoor Orestes borg is met zijn leven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 45