24 Gerrit Fransz. Meerman, burgemeester van deze stad, en een broer van Willem Meerman, de schrijver van de bekende Comoedia vetus of bootmans praetgen (1612). Melissus (Paul), Heidelberg, 20 April 1598 blz. 433 Paul Schede Melissus (15391602), bibliothecaris van Heidelberg en een bekend dichter. Zie over hem A.D.B., XXI, S. 293. Hij schreef in Jonas' album deze spreuk Bonum est fugienda adspicere alieno in malo 34). Mei villus (Andreas), St. Andrews, 2 Augustus 1597 (blz. 49). Andrew Melvill(e) (15451622), een Schots geleerde met een veelbewogen loopbaan, aanvankelijk hoogleraar te Genève, sinds 1573 weer in zijl geboorteland tivug, waar hij van 1590159-5 rector was van St. Andrews University. Zie over hem D.N.B., XXXVII, p. 230. Melvillus (Jacobus), St. Andrews, 2 Augustus 1597 (blz. 48). James Melvill(e) (15561614), achterneef van Andreas Melvill, van 15801584 professor in het Hebreeuws en de Oosterse talen in St. Mary's college te St. Andrews, waarna hij verschillende kerkelijke ambten bekleedde. Hij was bovendien dichter. Zie over hem D.N.B., XXXVII, p. 241. Merula (Paullus), Leiden, 12 Juli 1596 (blz. 181). Paullus Merula (15581607), sinds 1592 hoogleraar in de geschiedenis te Leiden, sinds 1597 tegelijk bibliothecaris der universiteit. De martelaar Angelus Merula was zijn oud oom. Zie over hem N.N.B.W., II, kol. 902 S. P. Haak, Paullus Merula. 15581607 (Zutphen, 1901). Miggrode (Jacobus van), (Leiden?), z. d. (blz. 526). - Jacobus van Miggrode (15731645), zoon van de bekende hervormer van Vere Johannes van Miggrode, en aldaar geboren. Hij werd in 1598 candidaat tot de Heilige Dienst en was achtereenvolgens predikant te Scherpenisse, Gapinge, Arnemuiden en Middelburg (16251645). Boven dien was hij dichter. Zie over hem N.N.B.W, X, kol. 631. Molineus (Petrus), (Leiden), 1596 (blz. 153). Petrus Molinaeus (Dumoulin) (15681658), een Fransman, sinds 1593 hoogleraar te Leiden, eerst in de wijsbegeerte, later ook in de natuurkunde. In 1598 keerde hij naar zijn geboorte- 34) Het is goed om uit een andermans ongeluk te leren wat men moet vermijden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 48