30
schreven. Op 26 April 1592 vinden wij zijn inschrijving in het
album studiosorum van Heidelberg. Of en waar hij later pre
dikant is geworden, heb ik niet kunnen ontdekken.
Rügenwald (Johannes Adamus), Heidelberg,
27 April 1598 (blz. 514). D. van Hoogstraten, t.a.p., A,
blz. 100, noemt Jan Adam van Rugewald in Pommeren als
dichter, maar de A.D.B. noemt hem niet.
Rungen (Thomas), Cambridge, Juni 1597 (blz. 185).
-Hij noemt zich Lubecensis en is dus afkomstig van Lubek.
maar dit is dan ook het enige dat ik van hem weet.
Rijzwijck (Isbrand), Leiden, 20 Maart 1596 (blz.
477). Een Benjaminus Rijswijck Ziericzeus werd op 16-
jarige leeftijd te Leiden in de letteren ingeschreven op 17 Juni
1605 en is klaarblijkelijk dezelfde als de Benjaminus G. Rijs
wijck, Ziriczaeus, die op 1 October 1609 zijn naam in het
album amicorum van de Zierikseese magistraat-dichter Adriaen
Hoffer schreef. Misschien is onze IJsbrand een bloedverwant
van hem.
Sandius (Fredericus), Cambridge, September 1596
(blz. 449). Frederik van den Sande 15871617),
burgemeester van Arnhem, raadsheer en fiscaal van Gelder
en Zutfen, lid van de Staten-Generaal. Hij was een voornaam
rechtsgeleerde en schreef een Commentarium in Geldriae et
Zutphaniae consuetudines [eudales en een Commentatio in
consuetudines Gelriae de effestucatione, tezamen onder de
titel Opera quae extant (Arnhemiae, 1658) uitgegeven. Zie
over hem Valerius Andreas, Bibliotheca Belgica (Lovanii,
1643), p. 252.
Saravia (Hadrianus), (z. pl. en d.) (blz. 297).
Adriaen (de) Saravia 15301613), geboortig uit Artois
in Frankrijk, werd in 1584 professor in de theologie te Leiden,
maar al in 1587 als zodanig ontslagen wegens deelneming
aan een samenzwering ten gunste van Leicester. Hij trok ver
volgens naar Engeland, waar hij al omstreeks 1560 gewoond
had, werd er in 1588 rector van Tattenhill of Staffordshire,
in 1595 kanunnik te Canterbury, in 1610 rector van Great
Chart in Kent. Hij liet een aantal hoofdzakelijk theologische
werken na. Zie over hem N.N.B.W., IX, kol. 934 D.N.B..
L, p. 229—301.