42 maar oock in de plaetsen in der Scholen ende daerbuyten, soovele mogelijck is, van malkanderen gescheyden worden Dit zal wel alleen gegolden hebben voor de Duitse, d.w.z. lagere scholen, aangezien de Latijnse scholen eo ipso geen vrouwelijke leerlingen hadden. In dit verband is ook belang wekkend, dat op 8 Oct. 1586 door Wet en Raad van Vlissin- gen besloten is ,,geen kinderen in de Latijnsche School te admitteren dan die wel Duyts konnen leesen ende schrijven"8). Ook in later tijd zal men aan de aanstaande discipelen der Latijnse scholen wel nauwelijks hogere eisen hebben kunnen stellen. Een nieuwe rector werd op 1 Mei 1585 aangenomen. Dit was Gillis Bucs (Aegidius Bursius), die aangesteld werd voor vier jaren op een salaris van 20 Vis. per jaar9). In de voorwaarden van aanneming staat verder „Bursius sal van elck kint, soo wel die in de cost sijn, als die van buyten schoole komen, van sijn institutie jaerlijks ontfangen 20 schellingen". De nieuwe Vlissingse rector was, evenals zijn voorganger, Vlaming. Hij was in 1564 geboren te St. Wynoxbergen en had gestudeerd in Gent 10en in Leiden. In Vlissingen heeft hij zich nog verder toegelegd op de theologie. Zijn bekwaam heid vond erkenning en men was voornemens hem als pre dikant te beroepen11). Na afloop van de vier jaren, waartoe Bursius zich verplicht had, vertrok hij evenwel als predikant naar Middelburg, waar hem in 1607 bovendien nog het ambt van rector economicus van de Latijnse school werd opgedragen 12Van den „onder- 8) Register no. I op de Notulen van den Raad (Inventaris van het Archief van de Gemeente Vlissingen. 1874, p. 96, S n. 5). De citaten uit de verdere resolutiën van Wet en Raad van Vlissingen, alsmede uit de stadsrekeningen, zijn hoofdzakelijk ontleend aan de Retroacta betreffende de Latijnsche, Fransche en Hollandsche scholen te Vlissingen, 1639 enz. (Inventaris alsv.. p. 96, S no. 5). Verder zagen wij enige Registers op de Resolutiën door. De oorspronkelijke resolutieboeken en stadsrekeningen zijn in 1809 verbrand. 9) Extract uit de res. van Wet en Raad, zonder datum. Zie over hem J. P. de Bie en J. Loosjes, Biographisch woordenboek van Protes- tantsche godgeleerden in Nederland, 1ste deel, p. 717 sq. Zijn portret is beschreven bij M. F. Lantsheer en F. Nagtglas. Zelandia Illustrata, (M'burg, 1879) p. 280 sq., waar een gedicht op hem geciteerd is van Isaacus Gruterus, conrector te Middelburg zie ook p. 332. 10) Over de Galvinistische Doorluchtige School te Gent, die aldaar bestond van 1578 tot de inname van Gent door Parma (1584), zie H. H. Kuyper, De opleiding tot den dienst des Woords bij de Gereformeerden (1891), p. 317—323. 11) Zie Inventaris Archief Vlissingen, p. 49 n. 382. 12) Zie Voegler I.e., p. 369.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 66