51
tement van 350 s jaars boven de inwooning in stads huy-
sing, daertoe geapproprieerd, en vrijdom van stadsaccijnsen.
ook voor alle de leerlingen, die bij denzelven zouden mogen
komen te woonen' 72Ds, Gargon behoorde tot een familie,
die afkomstig was uit de omstreken van Doornik, en was
geboren in 1661 te Haarlem. Hij had de Latijnse school daar
bezocht en daarna de Illustre School te Amsterdam in 1678
ging hij in Leiden studeren. Aanvankelijk was hij Waals,
daarna Nederduits Hervormd predikant. Na eerst in Brabant
gestaan te hebben, werd hij in 1702 in Serooskerke beroepen.
Vandaar kwam hij in 1707 naar Vlissingen. Van zijn hand
verschenen talrijke godgeleerde, geschiedkundige en oudheid
kundige werken. Bekend is hij gebleven als schrijver van de
..Walchersche Arkadia" (2de dr. 1715). Ook op het terrein
der klassieke letteren bewoog hij zich hij gaf een vertaling
van Boëthius' Vertroosting der Wijsbegeerte (1703 en 1722)
en van de Octavius van Minucius Felix (1712). Over het
eerstgenoemde werk wordt ook nog heden zeer gunstig geoor
deeld. Fehr-Meerwaldt 73zijn van oordeel, dat de auteur
goed tot de zin van het oorspronkelijke is doorgedrongen,
en dat de taal duidelijk, zuiver en welluidend is, en op zijn
tijd ook kernachtig en tekenend. In 1711 was het leerlingen
aantal blijkbaar weer gestegen. Men besloot derhalve dat ,,tot
soulagement van den rector Mattheus Gargon een conrector
wierde aangestelt, die onder hem den dienst der schoole zoude
waarnemen"74). Daartoe werd met 1 Jan. 1712 benoemd
ds. Simon van der Pijl, predikant in de Engelse kerk te Vlis
singen 75). Zijn tractement bedroeg ƒ400 's jaars. Als Engels
predikant was hij van 1700 tot 1732 te Vlissingen werk
zaam 76Over de gang van het onderwijs, zoals dat toen te
Vlissingen gegeven werd, kunnen wij ons een goede voorstel
ling maken uit het „Reglement voor de Latijnsche Schooien
tot Vlissingen, oversien, vernieuwd en vermeerderd den 7 Ja-
nuarij 1716" 77Het onderwijs in de drie hoogste klassen
werd gegeven door den rector, in de drie laagste door den
72) Res. van Wet en Raad van 15 Sept. 1708.
73) Zie Gargons vertaling van Boëthius' De Cons. Phil, in Hermeneus
13 (1940), p. 6268, welk artikel met instemming geciteerd is door J. M.
Hoek, De Middelned. vertalmgen van Boëthius' De Cons. Phil., diss.
Amsterdam 1943, p. 57.
74) Res. van Wet en Raad van 24 Oct. 1711.
75) Id. van 5 Dec. 1711.
76) Zie over hem N.N.B.W. Ill kol. 994 (De Waard).
77) Zie Bijlage I.