72 Wanneer de zon in de tekens libra en scorpio staat, dan bedraagt het verschil tussen de maximum en minimumperiode van de maancyclus 5,4 met een middelbare fout van 1,7 en is dus 3,2 maal zo groot als deze middelbare fout. De waar schijnlijkheid dat een dergelijk verschil nog door toevallige variatie veroorzaakt wordt, is al zeer gering er wordt in de regel geen rekening meer met die kans gehouden en men neemt het verschil als reëel verschil aan. Natuurlijk is hiermede nog geen causaal verband aange toond tussen de positie van de maan en de regenval te Vlis- singen in dat tijdperk. De maancyclus kan zo nauwkeurig overeenstemmen met een cyclus met geheel andere oorzaken, die in werkelijkheid voor het verschijnsel verantwoordelijk zijn, dat het daardoor lijkt of de maan het verschil veroorzaakt. Men kan niet, zoals in de biologie meestal wel het geval is, door experimentele onderzoekingen, wetenschappelijke zeker heid verkrijgen omtrent de causale invloed van bepaalde factoren. Een gemiddeld verschil van 5,4 regenvrije dagen tussen ongeveer de periodes van toe- en afnemende maan is ook op zich zelf niet van zoveel practisch belang. Het wettigt echter zeer zeker nadere onderzoekingen in die richting ook voor andere waarnemingsstations en voor andere weersfactoren. Voor de beide opvolgende maanden September en October kan het slechts een onbelangrijk verschil geven of men de lengtepositie van de maan, of de stand ten opzichte van de zon, dus de maanphasen in aanmerking neemt. Wanneer wij in het onderhavige geval de cyclus voor Oc tober, 1 teken of 30 graden verschuiven ten opzichte van de September cyclus, dan houden wij met de maanphase rekening in plaats van met de lengtepositie. In dit geval wordt echter het verschil tussen maximum periode en minimum periode nog iets kleiner en bedraagt slechts 5,0% in plaats van 5,4'%. Dit is geen verschil van betekenis en geeft dus geen aanwijzing of de ligging van maximum en minimum meer met de lengtepositie in verband staat, of meer door de maanphasen beïnvloed wordt. De mogelijkheid is ook niet buitengesloten, dat beide fac toren invloed uitoefenen. Men kan trouwens ook denken aan de mogelijkheid dat het niet de lengtepositie, doch de decli natie van de maan is die invloed uitoefent. Er wordt behalve invloed van de maan op het weer ook wel een sterke invloed aan constellaties van de planeten toegekend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1946 | | pagina 98