IX
zichtbare wijze aan het museumgebouw moest worden aange
bracht, nadat reeds vroeger bevolen was de Joodsche namen
van de ledenlijst te schrappen en den naam van onze Bescherm
vrouw uit de publicaties van het Genootschap te verwijderen.
Het Bestuur heeft gemeend deze laatste moeilijkheden te
kunnen omzeilen door de ledenlijst voortaan niet meer af te
drukken.
Alvorens een definitief besluit te nemen al dan niet tot slui
ting van het museum over te gaan, werd den wnd. secretaris
verlof gegeven zich bij het betrokken departement naar deszelfs
standpunt in soortgelijke aangelegenheden te informeeren, dat
nadrukkelijk adviseerde tot aanbrenging over te gaan, zooals in
het geheele land geschiedde. In overleg met mij, die sinds ruim
anderhalf jaar was uitgewezen, zou den overigen bestuursleden
worden voorgesteld tot sluiting van het museum over te gaan.
gezien zijn particulier karakter, en de gevolgen af te wachten.
Bij terugkeer te Middelburg bleek, op nadrukkelijken last
van den waarnemenden voorzitter, het bordje niettemin te
zijn aangebracht. Na rijp beraad besloot het Bestuur zich bij
dit fait accompli neer te leggen en bleef deze vernederende
mededeeling het gebouw tot de bevrijding toe ontsieren,
Inmiddels was ook de secretaris, tevens wnd. thesaurier
uitgewezen, doch ook hij bleef van zijn nieuwe woonplaats
uit de belangen van het Genootschap, voor zoo ver mogelijk,
behartigen, die nu bedreigd werden door den waarnemenden
commissaris in de provincie Zeeland.
Deze autoriteit meende, dat thans de gelegenheid daar was
het museum voor de provincie te naasten. Hij ried aan hier
toe mede te werken, daar anders het voortbestaan van het
Genootschap zelf in gevaar werd gebracht. De Beauftragte
zou hem n.l. gezegd hebben, dat hij, wnd. commissaris, ex
officio voorzitter behoorde te zijn en in die qualiteit secretaris,
bestuur en leden had te benoemen. Mr. P. Dieleman bleek
bereid een commissie van advies aan te wijzen, onder voor
zitterschap van den heer Wit, die steeds voor onze belangen
op de bres had gestaan en zich ook thans daartoe opmaakte.
Helaas mocht hij deze taak door zijn plotseling overlijden niet