X Bij een verkenningstocht op het eiland Tolen bezochten wij het bergje te Westkerke. Dit bergje is rondom aange sneden, zodat men iets van de inwendige structuur kan zien. Op ongeveer m lager dan de top is de doorsnede van een woonvlak zichtbaar met scherven van aardewerk en as- laagjes. Eerst na deze bewoning is het bergje dus tot de tegenwoordige hoogte opgeworpen. Boven op het bergje vonden wij ook hier enkele bakstenen. Smallegange (Cronijk, 1696) vermeldt over deze plaats: ,,Hier ligt een Slot, het Huis te Westkerke genoemt, op een heuveltje gebouwt, toekomende aan de Jonkers van de Werve." Aangekocht is een bijna gave, vermoedelijk Karolingische kruik, versierd met een ongebruikelijke figuur van Pingsdorfer rode strepen, gevonden te Westkapelle in 1945 of '46 op aanzienlijke diepte in den grond. De vindplaats is te onnauw keurig bekend en de omgeving reeds met te veel opgespoten zand bedekt, dan dat een nader onderzoek mogelijk is. Wijlen prof. dr J. Huizinga heeft mij na het verschijnen van zijn artikel ,.Burg en kerspel in Walcheren" gevraagd, of ik te Oostburg en Aardenburg in Zeeuwsch-Vlaanderen een spoor van dergelijke burgen als Middelburg en Oost-Souburg kon vinden. Te Aardenburg is mij dit niet gelukt, maar te Oostburg meende ik op den plattegrond, door Jacob van Deventer tussen 1558 en 1562 opgenomen, en op een kaart van J. Mogge van 1660, in het gemeentehuis aanwezig 1wel den omtrek van den cirkelronden middeleeuwsen burg te kunnen aanwijzen. De straal is 125 m evenals te Oost-Sou burg. De straat, die de middellijn van dezen cirkelvormigen burg vormde, heet nu ,,Oude Stad", maar draagt op den plattegrond van 1660 den naam „Burgstraat". De door Prins Maurits na de verovering in 1604 aangelegde vestingwerken lopen dwars door dezen burg, partij trekkende van het hoogste punt in den burg. Dit hoogste punt droeg tot voor kort een molen, de rest van de omgeving was bebouwd met huizen, 1Gereproduceerd in Oostburg als woonplaats, p. 26. Het origineel ging in 1944 verloren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1948 | | pagina 10