XIV
wel is waar niet geheel in de oorspronkelijke vormen, maar
toch een grote verbetering bij den grauwen toestand daarvan
tot voor kort. In verband daarmee is de leesinrichting, waar
van de bestaansreden meer en meer fictief begint te worden,
versoberd.
Ons streven naar verbetering van het voorkomen van ons
museum vond tot onze grote vreugde belangrijke steun in de
omstandigheid, dat het gemeentebestuur van Middelburg ons
een deel van zijn fraaie bezit, bestemd eerlang tot aankleding
te dienen van het herboren eeuwenoude stadhuis, in bruikleen
afstond totdat het het zelf nodig zou hebben. Door plaats
gebrek waren wij niet in de gelegenheid gevolg te geven aan
de suggestie, alles te etaleren wat daarvoor bestemd is en dat
verleden zomer op de tentoonstelling in het Kunstmuseum te
bewonderen was. Maar de twee gangbanken en de drie kasten,
benevens het fraaie stel 17e eeuwse stoelen, dat thans de
..ouderwetsche kamer", zoals zij vroeger werd genoemd, siert,
vormen een uiterst waardevolle aanvulling van ons bezit, die
te zijner tijd, hoezeer wij ons over het gereedkomen hunner
uiteindelijke bestemming zullen verheugen, node zal worden
gemist.
Minder éclatant, maar toch te apprecieeren om haar histo
risch belang was de aanwinst van de verzameling portretten
der familie-Van Citters, van het geslacht, waaraan dit huis
zijn aanzijn dankt. Reeds enige jaren geleden schonk jhr mr
E. W. van Citters aan het Genootschap de galerij zijner voor
vaderen, die door de tijdsomstandigheden eerst dezen winter
haar bestemming bereikte, in bruikleen door zijn overlijden
is dit daarop in eigendom overgegaan. Met niet minder dan
48 schilderijen w.o. overigens 19 copieën van 1917 naar
Van Citters-portretten uit ons en andere musea 5 pastels
en 10 miniaturen werd ons bezit uitgebreid de afbeeldingen
liepen van den stamvader Cornelis van Citters, zijdelaken-
koopman te Middelburg (15231590) tot den vader van den
schenker, den oud-commissaris der Koningin in Gelderland jhr
S. van Citters, overleden in 1938. Van enkele is de auteur be
kend. Van de hand van Godfried Kneller is een monumentaal