15 opvating van haar wezen als hemelse Moedergodin, Wel wijst hij op haar nauwe relatie met het dodenrijk. e) De schotel en de mandjes met vruchten. Het ligt voor de hand, dat velen hierin een symbool willen zien van den overvloed. Ware Nehalennia een Aardgodin of Moeder Aarde, dan zou men haar gemakkelijk met Copia, de godin van den overvloed, kunnen identificeren, wier naam op enkele Gallo- Romeinse votiefstenen voorkomt. Voor de identificatie met Copia ware zelfs aan te voeren, dat op munten, door de in 43 voor Chr. gestichte Colonia Copia Felix Lugdunum (het tegenwoordige Lyon) tussen 40 en 27 voor Chr. uitgegeven, evenals op sommige Nehalennia-reliëfs, een scheepssteven is afgebeeld57). Desondanks ben ik de mening toegedaan, dat de betekenis van de hier te bespreken atributen van Neha lennia dieper gezocht moet worden. Op de monumenten van het type A valt een duidelijke tegenstelling te bespeuren tussen het funeraire symbool van den hond en de mand met vruchten, en wil die tegenstelling een opzettelijke bedoeling hebben gehad, zoals men, naar ik meen, veilig kan aannemen, dan moet met die mand het tegenovergestelde zijn bedoeld van den dood, d.w.z. het leven en wel het onbeperkte leven of met andere woorden de onsterfelijkheid. De vruchten, waarmede de mand gevuld is, zijn appels of granaatappels, terwijl men deze ook elders op de wijstenen aantreft te zamen met peren en pijnappels, alle vruchten soorten, die in het geloof aan de onsterfelijkheid een zeer bizondere rol vervullen, doordat zij tegelijk het symbool zijn van de voortplanting en de levenskracht. Niet alleen bij de Grieken en de Romeinen, maar ook bij de Kelten en de Ger manen. Heel duidelijk blijkt dit ten aanzien van de appels, wier betekenis als erotisch symbool te overbekend is, om er verder bij stil te staan. Een variant op de bekende mythe van den tuin der Hesperiden, een van de voorstellingswijzen van het verblijf der gelukzaligen in het uiterste Westen, waar Hercules de door draken bewaakte gouden appels roofde, welke gebeurtenis het onderwerp vormt van een reliëf op den zijkant van een van de Nehalennia-stenen, laat den tot god verheven sterfelijken held deze appels aan Minerva ter hand stellen. Volgens genoemde variant brengt Minerva ze terug 57) H. de la Tour, Note sur la colonie de Lyon, sa fondation, le nom de son fondateur, et son premier nom, d'après sa première monnaie (Compte-rendu de 1'Académie des Inscriptions et Belles Lettres 1901 I, bl. 82100) A. Blanchet en A. Dieudonné. Manuel de numismatique frangaise I (Paris, 1912), bl. 9899 en fig. 133.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1948 | | pagina 51