33
Polrus Petri Beukei s, III vierendeel. Deze polder
wordt niet genoemd in de akte van 1358. Hij moet volgens
de opgave van de tienden zeven of acht gemeten groot
zijn geweest. Hij is voorzien van twee punten, evenals het
rechthoekje rechts beneden.
Wij hebben hier dus te doen met twee nieuwe polders, waar
gemeenschappelijke tiendenheffing plaats had. Zij moeten
derhalve overeenkomen met de in de akte genoemde polder
van Walter Everaerd van 24 gem., die echter overstroomd
ligt (het rechthoekje), en de polder van Egidius Tolnaers
(8 gem.).
De polder Petri Beukels moet dus dezelfde zijn als die van
Egidius Tolnaers.
De overstroomde polder van Walter Everaerd van 1357
(24 gem.) lag evenals de oudere polder van Ser Ger. Moers
ten oosten van Hugevliet, dus als laatst ingedijkte polder
aan de zeezijde. Daar de verdronken polder van 10 gem. van
Ser Ger. Moers ten oosten van de vorige lag, moet de polder
van Walter Everaerd derhalve ten noorden van de niet-
overstroomde Ger. Moerspolder gelegen hebben.
De polder van Egidius Tolnaers (8 gem.) (of Pieter Beu-
kels-polder lag ten westen van Hugevliet, zodat wij Huge
vliet dus moeten plaatsen tussen de twee meest rechtse polders
van het kaartje.
Polrus Johannis Tollins, continens \]/2 m. Deze
polder moet volgens de opgave der tienden ±15 gem. groot
zijn geweest. Hij komt dus niet overeen met de in de akte
genoemde polder van Egidius Tolnaers die 8 gem. groot was.
Rechts onder zijn drie vakjes getekend met één punt, ver
moedelijk voorstellende de Willemssoens-polder, de Meeus
Meeussoens-polder en de Ger. Moers-polder ten Oerde, waar
St. Pieter alleen de tienden hief. De Meeus Meeussoens-
polder lag overstroomd. Misschien waren de beide andere
polders ook gedeeltelijk verdronken, zodat de polder Joh.
Tollins het niet overstroomde gedeelte voorstelt. Het is op
vallend, dat de punt bij deze polder ontbreekt.
Polrus Magistri Christiani continens 1 m. de-
cimae
Polrus de Chisoing vel de Briffoel14) 1m.
14) In het leenboek van de burg van Brugge (Algemeen Rijksarchief,
Brussel, Rekenkamer no. 45925), dat tussen 1320 en 1331 dateert, komt
de volgende aantekening voor ..madame de Chysoing tient en fief 34j4 m.
de terre. gisant en la paroche de Sconendike". (fol. 32 v° no. 3).