36 oppervlakte tienden heffen, maar slechts zover als het pa tronaat'van St. Pieter zich uitstrekte. Tenslotte staat nog onder al deze polders Infra limites istarum trium parochiarum percipit ecclesia Sti. Petri Gan- densis sola omnes decimas. De akte van 1358 merkt verder nog op, dat de tienden in de oude polders van vóór 1348, die genoemd worden „het gemeene bij Elmare", voor een gedeelte door het Kapittel van Doornik zullen worden geheven, zoals dat reeds lange tijd gebeurde, hoewel St. Pieter zich in het verleden wel eens er over beklaagd had, menende dat de abdij hierdoor tekort gedaan werd volgens een accoord, in 1248 te Elmare opge maakt. Thans werden alle vroegere overeenkomsten, die in strijd geacht werden met het verdrag van 1358, herroepen en teniet gedaan. In de rekening der St. Pietersabdij van 16 Juni 1399 18 vinden wij de polders van het kaartje weer terug. Van een groep polders wordt gezegd, dat zij nu „verdron ken ligghen ende arde langhe hier te voeren gheleghen heb ben". Het zijn Ser Gheeraerds Moerspolder ten oosten van de haven van Hugevliet, 24 gem. de polder van 10 gem., die aan de vorige grensde in de richting van Biervliet (deze lag reeds in 1358 overstroomd), de polder bij de haven van Hugevliet, die in 1357 door Wouter Everards was ingedijkt en hetzelfde jaar weer over stroomde, 24 gem. groot. de Gillis Tolnaers-polder van 8 gem., ten westen van Huge vliet gelegen. de Willemszoens-polder van 11 gem., die bij de vorige lag. de Meus Meuszoens-polder bij Gaternesse, 20 gem. (reeds in 1358 overstroomd). Ser Gheeraerds Moers-polder ten Oerden, 18 gem. en Meester Kerstiaens-polder ten westen van ten Oerden. 11 gem. Dan volgen de polders, die nog droog liggen de polder Briffeuil of Cysoing „ten Noerden ende ter Cau- derie", 's Costerspolder. kleine Hugezotspolder. Jan Jacobspolder. Quaettijd-polder. 18) Rijksarchief Gent. Rekeningen no. 1510.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1948 | | pagina 80