48 successievelijk schout van Domburg, secretaris van Oostkapelle, commandeur der kolonie Essequibo. Kaartmaker-bestuurs- ambtenaar of bestuursambtenaar-kaartmaker? Maatschappelijk stellig het laatste, naar zijn succes ongetwijfeld het eerste. Als kaartmaker toch heeft Goliath een niet omvangrijk, doch vrij belangrijk oeuvre nagelaten, als ambtenaar is zijn carrière een reeks van teleurstellingen geweest. Bezien wij daarom eerst zijn leven, om vervolgens zijn kartografische werkzaam heid te beschouwen. In Schiedam vermoedelijk tussen 1610 en 1620 geboren, in 1644 gehuwd3) zijn toenmalig beroep wordt in de ondertrouwakte niet vermeld duikt hij in het begin der jaren '40 als kaartmaker van Johan Maurits van Nassau in Brazilië op. In 1647, vermoedelijk, gezien zijn huwelijk met een Middelburgse, al eerder, komt hij in Walcheren voor in dat jaar vinden wij hem als secretaris van Oost kapelle vermeld. Hij was toen tevens baljuw van Domburg, sinds wanneer is echter niet na te gaan daar de schepen- aktenboeken, die het ons misschien zouden kunnen onthullen, over deze periode ontbreken. Reeds spoedig ondervond hij hier zijn eerste moeilijkheden. De combinatie van beide betrekkingen viel niet in de smaak en deed ..onhebbelijk heden" ontstaan in Januari 1650 werd pressie op hem uit geoefend de baljuwage te laten varen en zich metterwoon te Oostkapelle te vestigen. Aan het laatste gaf Goliath gevolg. Reeds in November 1649 was er een kind gedoopt, en in 1651 bracht zijn vrouw haar kerkelijke attestatie van Domburg daarheen over 4In Maart 1655 was hij door het bestuur van Walcheren benoemd tot hevenaar (ambtenaar, belast met de regeling der omslagen, waarvoor bij voorkeur landmeters werden gebruikt) van de Vijfambachten 5). Maar enige jaren later kwam aan deze betrekkingen een plotseling eind. In September 1656 beging hij een manslag bij een woorden wisseling in de herberg te Domburg, en 11 November d.a.v. werd hij ontslagen 6). Het feit was vermoedelijk in noodweer 3) Hij is, blijkens mededeling van den archivaris dier gemeente, als jongman van Schiedam, zoon van Jan Dominicusz., daar 2 Nov. 1644 ondertrouwd met Margaretha Droochbroot, jonge dochter van Dordrecht, wonende te Middelburg. Het voltrekken van het huwelijk te Middelburg kon door het verloren gaan der trouwboeken niet meer worden nagegaan. 4) H. M. Kesteloo, Oostkapelle in woord en beeld, tweede druk (Middelburg, 1936) p. 127. 5) C. de Waard De archieven... van den Polder Walcheren (Mid delburg, 1914) p. 146, 148. 6) H. M. Kesteloo. Domburg in woord en beeld (Middelburg, 1913) p. 163, 169.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1948 | | pagina 92