51
De verwerving der heerlijkheid Domburg in 1648 door de
hoofdstad was Goliath aanleiding van een opdracht van de
nieuwe heren was in de Middelburgse archivalia echter geen
spoor de fraaie gekleurde kaart te tekenen, die thans in
de collectie-Bodel Nyenhuis op de Leidse Universiteitsbiblio
theek berust15Deze kaart, h. 90, br. 75 cm., op schaal van
1 1500, vermeldt in de linkerbovenhoek op een cartouche
onder het wapen van Middelburg haar ontstaan Caerte ende/
afbeeldinge der stede ende/heerlijckheit van Domburch/, soo
deselve was gelegen als de/Ed. Achtb. Heeren de Magistrt
der/ stadt Middelburch [by vercoop/door sijn Hoocht den Hr
Prince van/Orangiën] aldaer sijn ingehuldet/op den 12 Mei
Anno 1648. Duidelijk en aantrekkelijk is de plattegrond van
de smalstad en de duinen daarvoor ongeveer vier maal zo
breed als thans op papier gebracht. Men ziet er de sporen
van de burg, de oorsprong der plaats, in het beloop van het
terrein 16ook voor de latere geschiedenis van Domburg
schuttershof, huis Laterdael, Duinenburch biedt deze uit
nemende kaart waardevolle gegevens.
Ook de plattegrond, die Goliath in den tijd van zijn diepste
ellende, in 1657 17van Middelburg tekende, is kartogra-
15) Portef. 35 no. 65. Het is onbegrijpelijk hoe dr P. C. Molhuysen
in N.N.B.W. IV 663 kan vermelden vroeger in de collectie B.N. te Leiden.
16) Dit deel is gereproduceerd en besproken door J. Huizinga, Burg en
kerspel in Walcheren (Med. Kon. Akad. van Wet. afd. Letterkunde dl.80
serie B no. 2) p. 16 en afb. IV b.
17) Dit jaar staat vast door de rekeningpost (zie Kesteloo, Stadsreke
ningen alsb. p. 39), die een „gratuyteyt" voor zijn vrouw bevat ,,voor
deszelfs moeyte van tcarteeren deser stadt". Overigens ware over de
datering dezer kaart bijna een verhandeling te schrijven er is allerwonder
lijkst mee omgesprongen. LantsheerNagtglas. Zelandia Illustrata I (Mid
delburg, 1879) p. 203 spreekt van 1666 en 1667 Kesteloo nam de post
betaling aan zijn weduwe „over reste ende tot voldoeninghe" der kaart,
over, doch met datering 1656 a 1667 gemaakt, vermoedelijk wel een
drukfout voor 1666. Op dat foutieve jaar 1667 staat de kaart bij W. O.
Swaving, Catalogus van het Stedelijk Museum van Oudheden te Middel
burg p. 71 no. 17. In de noot maakte deze het zelfs nog mooier door van
1665 a 1669 te spreken, voorkomend in de rekening van 1668 Molhuysen
(N.N.B.W. IV 663) zegt, blijkbaar Zei. Illustrata volgend, dat hij de
plattegrond ,,in 1666 en 1667" vervaardigde, en prof. Huizinga hield het
met eerstgenoemd jaartal. Diens bewering (a.w. p. 16 n. 2), dat het
origineel der kaart berust in de verzameling Zelandia Illustrata, berust
wel op een verkeerde interpretatie van een der daar beschreven exemplaren
met de toevoeging gekleurd inderdaad zijn dat alleen de wapens Ook
's hoogleraars bewering, dat G. na twee jaar uit Essequibo terugkeerde,
remissie voor de straf van 1656 verkregen hebbende, is zoals uit het boven
vermelde blijkt onjuist.