83 elkaar twee jaar later weer terugvonden. Heinsius zou er sindsdien tot zijn dood werkzaam blijven en er zich een steeds stralender aureool van geleerdheid verwerven, terwijl Hondius in 1604 de dorpspastorie binnentrok, waaruit eerst de dood hem, zeventien jaar later, zou verlossen, 's Winters woonde hij in zijn standplaats Terneuzen, 's zomers was hij de gast van burgemeester Serlippens op de bij het stadje gelegen Moufeschans, die hij door zijn gedicht vereeuwigd heeft. Het toeval wilde dat zijn gastheer getrouwd was met een nicht van Heinsius, Johanna de Borchgrave 189Heeft haar man misschien op Heinsius' verzoek zijn invloed uitge oefend bij de kerkeraad, die Hondius uit een viertal studenten beriep In de oudere drukken van Heinsius' Poëmata vinden we twee gedichten op Hondius170), in een waarvan dat gene dat, in enigszins gewijzigde vorm, in de latere drukken bewaard is gebleven hij herinneringen ophaalt aan hun gemeenschappelijke schooltijd. Ook is het enige lofdicht dat in de definitieve uitgave van de Moufe-schans (1621) is afgedrukt171), van Heinsius, die bovendien in het album amicorum van de Terneuzense predikant driemaal een inscrip tie schreef172) en daaronder een Latijns gedicht, dat vol lof is over Hondius' gedichten in dezelfde taal. Het enige dat daarvan gedrukt is, is het bruiloftsgedicht dat hij op het huwelijk van Heinsius met Ermgard Rutgers schreef 173), en men behoeft alleen maar de slotregels te lezen Sic tibi quae Sponso nupsit, mihi nupsit amico, Sponsa tibi est uxor, est mihi sponsa soror*), om de oprechte vriendschap te verstaan, die hen ook toen nog, twintig jaar na hun eerste ontmoeting, verbond. Heeft Heinsius deze vriend op de Moufeschans opgezocht Er is alle aanleiding om dit te veronderstellen, wanneer men bedenkt dat hij, zodra het Bestand dat mogelijk maakte, voor het eerst weer zijn geboortestad Gent bezocht 174en in Sluis een van zijn vrienden, klaarblijkelijk de dichter Janus Lernutius (15451619) ontmoette175), maar zekerheid daaromtrent hebben we niet. Vrolikhert meent dat Heinsius, „zyne acade mische studiën voltooyt hebbende, zig vele jaaren te Neuzen in Vlaanderen opgehouden, en daar sterk gestudeert hebbe, Zo heeft zij, die in u een man heeft getrouwd, in mij een vriend gehuwd, en is uw bruid u tot vrouw, mij is zij tot een zuster.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 117