90
1941), biz. 116-150 Maria van Reigersberch J. J. van Raalte, Maria van
Reigersbergen, echtgenoote van Hugo de Groot - Morks Magazijn,
1942, biz. 338-340. Verder in literaire vorm A. Loosjes, Pz., Huig de
Groot en Maria van Reigersbergen (toneelstuk) (Haerlem, 1794) en
de al in de aanhef van dit art. genoemde roman van Annie Romein-
Verschoor, Vaderland in de verte (Amsterdam, 1948), die echter vooral
het leven van de Groot tot onderwerp heeft. In stichtelijke vorm be
werkte Emil Quandt, Pastor der deutsch-evangelischen Gemeinde im
Haag, haar leven in een deeltje van de reeks Frauenspiegel, Lebensbilder
christlicher Frauen und Jungfrauen Maria Grotius, eine chnistlich'e
Heldin. Ein christliches Lebensbild aus dem 17. Jahrhundert (Berlin,
1871). Een Nederlandse vertaling van dit boekje verscheen in 1872
te Veenendaal.
De brieven van Maria van Reigersberch werden twee keer uitgegeven
Brieven van Maria van Reigersbergh, door H. Vollenhoven en G. D.
J. Schotel (Middelburg, 1857), en Brieven van en aan Maria van Reigers
berch, uitgegeven door H. C. Rogge (Leiden, 1902).
30) Hugo de Groot, aen sijn huysvrouw M. Reygersbergh, over sijn
verlossingh uyt deeuwige gevangenis. - Verscheyde Nederduytsche
gedichten (Amsterdam, 1659), blz. 113-115. Vgl. Brandt en van Catten-
burgh, t.a.p., I, blz. 27.
31) Annie Romein-Verschoor, t.a.p., blz. 45-46.
32) Nagtglas, II. blz. 483. - Pieter van Reigersberch was 1 Januari
1589 bij de jaarlijkse vernieuwing van de wet tot burgemeester herbe
noemd. 1 Januari 1590 werd hij schepen, 8 Januari 1591 weer burgemeester,
evenals 1 Januari 1592. 1 Januari 1593 werd hij weer schepen. Van een
enigszins langdurig verblijf in Calais kan dus moeilijk sprake zijn geweest.
33) Hugo de Groot, aen sijn huysvrouw, t.a.p., blz. 113.
34) Het dateert uit 1626 en is in het Rijksmuseum.
35) Dit in 1632 geschilderde portret is in de Remonstrantse kerk
te Amsterdam.
36) Louis Aubéry du Maurier, Mémoires pour servir a l'histoire de
Hollande et des autres Provinces Unies (Paris, 1680) p. 448, aangehaald
bij R. Fruin, Verspreide Geschriften, IV ('s-Gravenhage, 1901), blz. 56-57.
37) Naar het originele schilderij „in 't kabinet van de heer mr Joan
van Gheel" (Zei. Illustrata, I, blz. 603), dat uit 1640 dateerde. Het is
niet bekend wie dit schilderij gemaakt heeft. De gravure van J. Houbraken
is tegenover het titelblad van Maria's Brieven, uitg. Rogge, opgenomen,
en in Fred. Muller, Beschrijvende catalogus van portretten van Nederlan
ders (Amsterdam, 1853), nos. 2043-2047, en J. F. van Someren, Beschrij
vende catalogus van gegraveerde portretten van Nederlanders, II (Am
sterdam, 1890), no. 2157, beschreven.
38) En niet op 2 Juli zoals steeds werd opgegeven voordat P. C.
Molhuysen, Briefwisseling, I, blz. 122, de juiste datum had aangetoond.
39) Epithalamium in nuptias Hugonis Grotii, viri summi, et lec-
tissimae Mariae Reegersbergiae. - Heinsius Poëmata (1610), p. 319-324.
In de editie van 1649 staat het voorop in de bundel (p. 2-6). Het ver
scheen ook afzonderlijk onder de titelDanielis Heinsii Epithalamium
in nuptias clarissimi et summi iuvenis Hugonis Grotiiet castissimae
ac lectissimae virginis Mariae Reigersbergiae. Accedunt eiusdem Grotii
Erotopaegnia. Lugduni Batavorum, excudebat Johannes a Dorp, 1608.
Prostant apud Johannem Maire.
40) „Eis gamon tou Hugoonos Grootiou ellogimootatou neou kai
Marias Reige(r)sbergies proferesates parthenou epithalamion epos". -