91 Grotius, Poëmata (1617), p. 539-540. - Zie over BucerusMeertens, blz. 189 en de blz. 212, n. 216 genoemde bronnen. 411 Briefwisseling, I, no. 473 (25 Augustus 1616). 42) Brieven Maria van R., no. LXXXI (18 Jan. 1647, aan Nicolaes v. R.), blz. 262. 43) T.a.p., no. LXXI (16 April 1640, aan de Groot), blz. 235. 44) Zie over hem De la Rue, blz. 517-518Nagtglas, II, blz. 482-483, N.N.B.W., II, kol. 1185-1186 (L. Knappert). 45) ,,Mi frater, ita enim te appellare ius fasque est, non modo veteris amicitiae privilegio, sed et novae affinitatis iure". - Briefwisseling, I, no. 143. 46) Zij zijn door H. C. Rogge uitgegeven onder de titel Brieven van Nicolaes van Reigersberch aan Hugo de Groot (Werken H. G., 3de serie, no. 15) (Amsterdam, 1901). - Vgl. H. C. Rogge, De briefwisseling tusschen Nicolaas van Reigersberch en Hugo de Groot (Versl. en Meded. Kon. Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, 4de reeks, IV (1901), blz. 169-191). 47) Deze zijn door Rogge uitgegeven in de Brieven van en aan Maria van Reigersberch, blz. 287-324. 48) Brieven Maria v. R., IV (5 Juli 1625), blz. 294. 49) Zie over hem Nagtglas, II, blz. 481. - Na zijn overlijden schreef de Groot over het „damnum, quod uxor ejusque domus fecit in morte fratrum maximi, viri inter Zelandos praestantissimi". - Epistolae, no. 317 (14 Mei 1633, aan Guilielmus Lussonius). 50) Brieven Maria v. R., blz. 59, n. 1. 51) In nupLas V. C. Johannis Reigersbergii. - Grotius. Poëmata (1670), p. 252-253. - Volgens de in hs. op het R. A. in Zeeland berus tende genealogie is het huwelijk op 17 December 1610 te Middelburg gesloten. 52) In morbum sponsae Johannis Reigersbergii. - I.e., p. 252. 53) Zij overleed in 1657. Zij was een dochter van Jacob de Waert en Johanna Coole, Jacob Pieterse de Waert (f 25 Augustus 1616) zou volgens de aantekeningen van de Middelburgse stadssecretaris Marcus de la Palma geboren zijn op een stoep tussen Middelburg en Buttinge (dus op de Seisweg). Hij werd raad van Middelburg 1577, schepen 1586 en burgemeester 1605. Vgl. Zei. Illustrata, t.a.p., I, blz. 271-272. Hij was een der voornaamste deelhebbers in de O. I. Compagnie, kamer Zeeland. Vgl. Econ. Hist. Jaarboek, XXIII (1949), blz. 4, XXIV (1950), blz. 14. 54) Ad Johan. Reigersbergium, ex Vero navigantem. - Grotius, Poëmata (1670), p. 285-286. 55) Brieven Maria v. R., blz. 325-326. 56) Briefwisseling, II, no. 909, blz. 378. 57) Uit het eerste huwelijk van Johan van Reigersberch zijn vier zoons geboren, van wie de laatste twee jong gestorven zijn. De tweede, Johan, is 13 October 1613 te Middelburg geboren en in 1660 in Zweden ongehuwd overleden. 58) Zie over haarNagtglas, II, blz. 483. 59) Zie over hem De la Rue. Staatk. en heldh. Zeeland, blz. 38-40 Nagtglas, I, blz. 102-103; N. N. B. W., VII, kol. 273 (A. Mulder). - Zijn moeder heette Cornelia de Bruheze. In het gedrukte Album studio- sorum van Leiden staat zijn naam als Jacobus Campent. 60) Deze en andere bijzonderheden over de Campe's ontleende ik aan de onuitgegeven aantekeningen van Pieter de la Rue (VIII, 59). - Het grafschrift op Jacob Campe vindt men bij de la Rue, Staatk. en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 125