93 79) Zie over hem: Meertens, blz. 341-354 en de blz. 406, n. 711 genoemde bronnen. Over Heinsius' betrekkingen tot Hondius wordt verderop uitvoeriger gesproken. 80) Ad Petrum Hondium. - Heinsius, Poëmata (1606), p. 115-117. - Tobias Schermeringius was van 1592 of vroeger tot 1636 rector van de Latijnse school van Vlissingen. Zie G. Vrolikhert, Vlissingsche kerk hemel (Vlissingen en Middelburg, 1758), blz. 338-339: H. W. Fortgens, De Latijnse school te Vlissingen (Archief Z.G.d.W., 1946-1947)blz. 43-44. Nicolaus Olivarius (f 1616) was van 1594 tot zijn dood predikant te Vlissingen (T.a.p., blz. 51-55). Janus Kauwenburgius Belosius (f 1599) en Petrus Montanus (van 1600-1603 praeceptor van de Latijnse school van Middelburg) worden, met de beide anderen, als leermeesters van Heinsius genoemd in Joannes Meursius, Athenae Batavae (Lugduni Batavorum, 1625), p. 212 Vrolikhert noemt hen echter niet. 81) Zie over hem: Meertens, blz. 443 en de blz. 469, n. 221, ge noemde bronnen. - Van zijn aantekeningen, die verloren zijn gegaan, is niets in druk verschenen. 82) In obitum Hadriani Gulielmi Zelandi, juvenis medicarum rerum et linguarum Orientalium peritissimi, qui in Isaaci Casauboni manibus expiravit. - Heinsius, Poëmata (1606), p. 185. 83) Ad Gasparum Vosbergium, post pactas inducias. - L. c. (1610), p. 92-94. 84) Zie over hem Meertens, blz. 443 en de blz. 469, n. 223, genoemde bronnen. - P. C. Molhuysen (Briefwisseling, I, blz. 59, n. 4) veronderstelt dat de Groot en Boreel in Den Haag in hetzelfde huis hebben gewoond, maar ik weet niet waarop deze veronderstelling berust. 85) Briefwisseling, I, no. 131 (6 Mei 1608). Deze brief, die in de hss.-verzameling van het Z. G. d. W. berust, is eerder afgedrukt in Archief Z.G.d.W., III (1878), 1ste stuk, blz. 147-150. Mr. S. de Wind is blijkens een aantekening, die bij deze brief ligt, de zegsman, dat het huis van mevrouw Hayman aan de noordzijde van de Dam moet hebben gestaan, "omstreeks de plaats, waar tegenwoordig het logement de stad Hulst te vinden is". - In de lijst van M. Fokker komt deze naam niet voor. 86) Briefwisseling, I, no. 132 (13 Mei 1608). 87) In nuptias Ioannis Borelii. et castissimae virginis Agnetis Haiman post peregrinationem. - Heinsius, Poëmata (1610), p. 147-149. - Het Hollandse epigram: Heinsius, Poëmata (1649), p. 218. 88) Dom. Baudius, Epistolae (Amstelodami, 1662), II, no. 92, aan gehaald in P. L. M. Grootens, Dominicus Baudius, een levensschets uit het Leidse humanistenmilieu (1561-1613) (Nijmegen-Utrecht, 1942), blz. 186. 89) Briefwisseling, I, no. 138 (5 Juli 1608, aan Heinsius}. - De Groot moest met een korte felicitatiebrief genoegen nemen, zo.vs blijkt uit no. 139 (eerste helft Juli 1608, Baudius aan de Groot). 90) T.a.p., I, no. 134 (27 Mei 1608). 91) In epithalamium Ioannis Borelii et Agnetis Haymannae. Grotius Poëmata (1617), p. 145148. Hij zinspeelt er o.a. op de reizen van Boreel. 92) Brieven van Boreel aan de Groot Briefwisseling, I, nos. 157 (1609), 253 (1613), 316, 318 en 320 (alle drie 1614). In zijn brieven aan Nicolaes v. R. sluit de Groot herhaaldelijk de speciale groeten voor Boreel in (Briefwisseling, II, blz. 76, 105). 93) Briefwisseling, I, no. 143 (18 Augilstus 1608, de Groot aan Nicolaes v. R.).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 127