102 als Amsterdam bij het voortgaan van de oorlog met het oog op beschietingen, bombardementen, om van diefstal nog niet te spreken, steeds groter werd en zeer zeker groter was dan in een van het centrum van het land af gelegen gemeente. Er werd dan ook overeengekomen, dat beide stukken naar Zierikzee gehaald zouden worden. Wijl auto-vervoer in die dagen praktisch reeds tot de onmogelijkheden behoorde, werd de reis naar en van Amsterdam per R.T.M. en per trein ondernomen. De wachtmeester van de gemeente-politie Ch. C. Brugge- man en de bode van het Stadhuis W. Sies gingen op 12 No vember 1943 op pad. namen de schilderijen in ontvangst en keerden Zaterdag 13 November d-a.v. huiswaarts. Nauwelijks had de veerboot de Minister Lely de haven van Numans- dorp verlaten, of een escadrille Britse vliegtuigen attakeerde, scheerde over het schip en schoot het in brand. Het gelukte de kapitein het schip op de strekdam tussen Haringvliet, Hollandsch Diep en Volkerak te zetten, waar het verder uit brandde. Er waren 12 doden en een aantal zwaargewonden, waaronder de heer Sies. Bruggeman is tot viermaal toe in het brandend schip teruggekeerd om gewonden en achtergeble venen te redden en op zijn laatste tocht wist hij beide schilde rijen met zich mede te slepen. Moreel en lichamelijk gebroken kwam hij Zondagmorgen in schipperskleren en op klompen met zijn kostbare last te Zierikzee aan, meldend, dat hij zijn opdracht vervuld had C) De derde aanwinst dateert van November 1945, toen het gemeentebestuur van Zierikzee andermaal een legaat ont ving en wel van wijlen ir J. A. Mulock Houwer te Groningen, die aan de gemeente twee grote kostbare stillevens bemaakt had, op hout geschilderd en toegeschreven aan Floris van Schoten. Dit bleek later, na een deskundig onderzoek, slechts ten dele juist te zijn. Slechts een der stukken is afkomstig van Floris van Schoten, blijkens de initialen F. V. S.. Het andere vermeldt de signatuur van den schilder C. Eversdijk en draagt als jaartal 1644. De stukken meten elk 138 bij 105 cm. en stellen beide een met etenswaren beladen keukentafel voor, de ene voorzien met vlees, vis en andere heerlijkheden, de andere met vruchten, groenten en wild. De schildering van deze producten is wel zeer voortreffelijk en zo natuurgetrouw dat het geschilderde levende werkelijkheid schijnt- De schilders hebben echter minder oog gehad voor de verhoudingen van het menselijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 144