103 lichaam, waardoor de beide vrouwen-figuren, die aan de tafels aan het werk zijn, gedisproportioneerd geschilderd werden. Dit is, zo men wil, een zwakke zijde van deze stukken. D) Tenslotte de jongste en voornaamste aanwinst. In Juni 1948 ontving schrijver dezes bezoek van jhr mr C. C. de Jonge, burgemeester van Zutfen, die hem mededeelde, dat een zeer belangrijk bezit aan familie-portretten van totaal 40 stuks, afkomstig van het kasteel ,,de Keukenhof' bij Lisse, in de kunsthandel terecht gekomen was. Deze schilderijen, welke hoofdzakelijk leden van het geslacht De Jonge, aan verwante families en enkele notoire Zeeuwse personen uit de XVIIe en XVIIIe eeuw voorstelden, waren van de hand van weliswaar niet eersterangs doch niettemin zeer goede schilders afkomstig en zij bevonden zich in zeer goede conditie. Enkele dezer stukken waren voor Zierikzee van groot belang. Inmiddels had de kunsthistoricus mr A. Staring te Vorden zich met de identificatie van deze schilderijen en met het op maken van kavels belast. De Zierikzeese groep en de Vlis- singse, welke vijf stuks telde, bleken de meest belangrijke te zijn. In het late najaar bestond gelegenheid deze schilderijen, welke zich te Lochem bevonden, te bezichtigen, en op 19 Ja nuari 1949 werd vervolgens een voorstel aan den Raad van Zierikzee gedaan om over te gaan tot aankoop van de zeven stukken, welke de Zierikzeese groep vormden. In de voor dracht werd er de nadruk op gelegd, dat het bewonen en exploi teren van grote huizen en landgoederen in het huidig tijds bestek voor de eigenaars meer en meer moeilijkheden opleverde, waarvan in veel gevallen het gevolg was, dat verzamelingen familie-portretten, welke daar ondergebracht zijn, verspreid raakten. Dit bracht niet alleen het gevaar mede, dat de betrek king, waarin deze stukken tot een bepaalde familie en gemeente stonden, verloren zou gaan, maar bovenal, dat dergelijke schilderijen, welke ook voor de gemeenschap historische waarde hebben, via de handel in onbevoegde handen hetzij in het bin nenland hetzij in het buitenland terecht zouden kunnen komen. De Gemeenteraad van Zierikzee heeft blijk gegeven oog voor een mooi schilderijenbezit en gevoel voor de aangevoerde argumenten te hebben, en zo werd op 15 Februari toch nog na een zeer kleine schermutseling besloten tot aankoop van de aangeboden zeven stukken over te gaan. Deze zijn in een viertal rubrieken te onderscheiden. I. 1) JACOB SIMONSZ. HOLLENBOOM, raad en schepen van Zierikzee, geboren in 1575 en over leden aldaar in 1652

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 145