105 die, gedoopt op 1 November 1609, reeds in 1646 op 37-jarige leeftijd overleed. Blijkens de notulen van de Weeskamer te Zierikzee van 30 September 1650 gaven de Weesmeesters toestemming, dat zijn woonhuis voor een bedrag hooger dan 900 verkocht werd, een voor die dagen vrij aanzienlijk bedrag. II. De tweede groep van schilderijen geeft de afbeeldin gen van 1) QUIRINA HOLLENBOOM, dochter van Jacob Simonsz. Hollenboom, vermeld sub I. 2) CORNELIS VERHEYE. Beide stukken (afb. 4, 5) ademen reeds een geheel andere geest. Hoewel nog betrekkelijk eenvoudig, getuigt de kleding van dit echtpaar op het eerste gezicht al van grotere weelde dan bij de ouders het geval was. Dit komt alleen reeds tot uiting in de rijk bewerkte kragen en de sieraden, welke Quirina daaronder draagt. Ook de haartooi doet van grote rijkdom blijken- Zijn de vier eerste stukken op paneel geschilderd, de af beelding van Quirina staat op doek. De schilder van deze beide stukken is niet bekend. Quirina Hollenboom werd op 13 April 1608 gedoopt en zij overleed op 25 Augustus 1665. Haar huwelijk met Cornelis Verheye werd op 12 October 1632 gesloten. Het echtpaar woonde aan de Oude Haven thans no. A 330. Uit hun huwe lijk werden vier kinderen geboren. Cornelis Verheye, geboren in 1601, overleed 15 Maart 1682. Hij was raad (1642'82), schepen (1639'41, 1643 '51 en 1669'78), burgemeester (1653, 1657, 1665 en 1670), thesaurier (1659'62 en 1679'82) en voorts land rechter van Schouwen, heemraad van Schouwen, overdeken van het Schoenmakersgilde, opper-regent van het Gasthuis, ontvanger van de 100ste penning over Schouwen en Duiveland en Dreischor, weesmeester, commissaris van de Vier Bannen van Duiveland en tenslotte leenman van de Grafelijkheid van Zeeland Beoosten Schelde, Zeer sterk steekt zijn uiterlijk af tegen dat van zijn schoonvader Hollenboom. Is deze laatste een krachtige figuur, Verheye doet aarzelend, klein en peuterig aan. Hij heeft iets verwijfds over zich. III. STEVEN VAN BELLEM. Het geslacht Van Bellem heeft slechts korte tijd te Zierik zee gebloeid. Het was afkomstig van Brouwershaven en de naam schijnt ontleend te zijn aan het klooster Bethlehem, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 147