107 Oosterland 1700'52en hertrouwde vervolgens te Middel burg op 23 April 1754 Adriana Susanna Eversdijck (1724 -'64). Zij was van 1756'58 regentes van het Weeshuis aldaar. Na het overlijden van mr Ockersse hertrouwde zij op haar beurt met mr van Citters, rekenmeester van Zeeland. Uit het eerste huwelijk van Anthony Ockersse werden vijf kinderen geboren, van wie Jacoba Magdalena, vrouwe van Oosterland, Sirjansland en Oosterstein, in 1754 te Oosterland huwde met mr Johan Steengracht, pensionaris-honorair en raad te Veere, advocaat-fiscaal van de Admiraliteit in Zeeland en kiesheer te Middelburg. Mr Ockersse was op 10 Januari 1722 als student in de rechten te Leiden ingeschreven doch vertrok al spoedig naar Utrecht, waar hij in 1723 als zodanig geregistreerd werd- In 1749 werd hij door de Staten van Zeeland begiftigd met de „heussche konijnenjacht in de duinen en waranden van Schouwen". Hij woonde tot 1754 aan de oostzijde van de Lange Nobel- straat, thans A 161, en nadien aan de zuidzijde van het Kerkhof, tegenwoordig Burgerweeshuis. Zijn dochter Jacoba Magdalena, die van haar tante Su sanna Maria Loncque, weduwe van mr Johan Cau van Dom burg, o.m. het heerenhuis aan het Kerkhof geërfd had, wenste, dat dit huis door haar vader bewoond zou worden. De huur daarvan werd bepaald op 25 per jaar. Blijkens een akte, verleden voor notaris Jacobus van Ysselsteyn, nam zij in- gande 1 Mei 1754, het onderhoud daarvan op zich en zij gaf aan haar vader alle tapijten en vloermatten, in het huis aanwezig, alsmede de kleerstokken op de zolders. Even later - op 23 Mei 1754 - draagt de schoonzoon mr Steengracht de woning aan Ockersse over. Deze verkocht hierop zijn wo ning aan de Lange Nobelstraat aan Willem Breekpot, notaris te Zierikzee. Na het overlijden van mr Ockersse vertrok zijn weduwe op 7 December met attestatie naar Middelburg, waar zij spoedig met mr van Citters hertrouwde. Anthony Ockersse was achtereenvolgens raad (1726-58), schepen (1727-'29), burgemeester (1749 en 1755) en the saurier (1757 en 1758) te Zierikzee. Ook in dit geval veel bij-betrekkingen, zoals heemraad van Schouwen, pensio naris (1729-'48), weesmeester, overdeken van het Bakkers- gilde en van het Molenaarsgilde, regent van het Gasthuis, leenman der Grafelijkheid van Zeeland Beoosten Schelde en rentmeester van de geestelijke goederen in Schouwen en Duiveland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1949 | | pagina 149