XI
burg "(wijlen onze conservatrice der munten en penningen) en
wijlen den heer H. J. Boogaert te Domburg. Diens collectie,
die jaren lang in een wandkastje in het Badpaviljoen te
Domburg heeft gehangen, ging over op zijn broeder wijlen
jhr H. A. van Adrichem Boogaert te Oostkapelle en vervol
gens op diens zoon jhr H. J. van Adrichem Boogaert aldaar.
Laatstgenoemde heeft thans de collectie met grote welwillend
heid na rijp beraad aan ons Genootschap geschonken, opdat
deze verzameling, door zijn oom met zoveel geduld en zorg
bijeengebracht, niet langer alle risico van particulier bezit zou
medemaken, maar voortaan in een openbaar museum bewaard
en wetenschappelijk onderzocht zou worden. Voor dit juiste
inzicht brengen wij den schenker hulde en gaarne verzekeren
wij hem dat de namen der achtereenvolgende eigenaars, die
zulk een belangrijke verzameling bijeenbrachten en bewaarden,
in de wetenschap met piëteit genoemd plegen te worden.
Over de munten, die ons Genootschap in deze collectie ver
wierf, zal de betrokken conservator U enige mededelingen doen,
De andere voorwerpen zijn lijfsieraden, zoals een ring, kralen,
broches, gespen en spelden, en toiletbenodigdheden, zoals
tandenstokers, oorlepeltjes, pincetten en kammen. Al deze
artikelen placht men in de vroege middeleeuwen in het graf
mede te geven. Wapenen daarentegen heeft men slechts
weinig gevonden. Ook deze collectie bevat slechts enkele
ijzeren mesjes. Dit feit kan ten dele zijn oorzaak vinden in de
vergankelijkheid der wapenen, die merendeels van ijzer waren,
en de onooglijkheid der roestige resten hiervan, in tegenstelling
tot de goed bewaarde bronzen en zilveren onderdelen der
kleding. In ieder geval is het een bewijs, dat in een groot
aantal der graven vrouwen waren ter ruste gelegd en dat de
begraafplaatsen bij een burgerlijke nederzetting behoorden.
Uit al deze voorwerpen valt een zekere mode af te lezen en
door vergelijken met vondsten van elders tracht men tot een
bepaald tijdvak en een bepaald volk te besluiten. Het tijdvak
is in ons geval mede door de munten duidelijk de voorwerpen
behoren tot de Merovingische en Karolingische cultuur. Daar