XVII
meende gewei bleek een deel van het bekken van een paard
te zijn. Als schedel van een beer toonde men mij een stuk van
den schedel van een paard achterste voren twee spitse uit
steeksels onder aan de achterzijde van de paarden-schedel
waren aangezien voor hoektanden van den beer. Bij onderzoek
ter plaatse van de vondst bleek, dat te eniger tijd in een
weiland een gat gegraven was tot in de veenlaag en dat toen
een verwarde menigte beenderen van paarden en runderen in
dit gat geworpen was. Ik meen mij te herinneren, dat aan de
Langeviele-singel, in de onmiddellijke nabijheid van de vind
plaats, omstreeks 1910 een militair slachthuisje gestaan heeft.
Het lijkt niet te gewaagd de vondst hiermede in verband
te brengen.
Aanvankelijk heb ik gemeend van dit onbelangrijke geval
in druk geen melding te moeten maken. Ik ben echter van
mening veranderd toen mij bleek, dat aangehaald persbericht
in vondstregisters van wetenschappelijke Rijksinstellingen
overgenomen was, waardoor de kans bestaat, dat het te eniger
tijd als oncontroleerbare vermelding in de literatuur verschijnt.
Den vinder treft geen enkele blaam hij heeft direct aan een
bevoegd museum inlichtingen gevraagd en heeft slechts de
onvoorzichtigheid begaan zijn voorlopige mening tegenover
een persman uit te spreken. Deze heeft het verhaaltje haastig
laten drukken in plaats van het tot 1 April te laten liggen.
In overeenstemming met het plan ons te concentreren op
de natuurlijke historie van Zeeland, hebben wij een aantal
tropische opgezette vogels, voorzover nog bruikbaar, afgestaan
aan het Zoölogisch Museum te Amsterdam, dat door welwil
lende medewerking van den directeur prof. dr L. F. de Beau
fort en den conservator dr K. H. Voous opgezette exem
plaren van in Zeeland in het wild voorkomende vogelsoorten
tot onze beschikking stelde en wel speciaal soorten, die ons
ontbraken. Deze exemplaren uit het Amsterdamse museum
zijn niet in Zeeland verzameld. De herkomst der voorwerpen
in onze oude vogelverzameling is geheel onbekend, zodat deze
collectie, op enkele uitzonderingen na, geen wetenschappelijke