DE OUDSTE REKENING DER STAD AARDEN
BURG (l 309-1310) EN DE OPSTAND VAN 1311.
DOOR
C. WYFFELS.
In deze inleidende bladzijden wensen wij vooreerst het ver
loop en de afloop van de opstand te schetsen die in 1311, en
daarvoor reeds, te Aardenburg plaats had. Dit zal meteen
duidelijk maken ter gelegenheid van welke omstandigheden
de rekening van het jaar 1309'10 tot ons gekomen is. Ver
volgens zullen wij de rekening zelf aan de hand van enkele
procedurestukken nader bespreken.
De jarenlange heroïsche strijd, die de Vlaamse gemeente
naren sinds 1302 gevoerd hadden tegen de koning van Frank
rijk, werd afgesloten met het verdrag van Athis-sur-Orge
(Juni 1305). Het was meer een veroordeling dan een ver
drag1), zodat het de graaf en de koning veel moeite kostte
de Vlaamse steden tot ondertekening te bewegen. Met name
de reusachtige geldelijke boeten wekten het misnoegen der
Vlamingen. Wel werden op de meeste punten van het verdrag
door de Franse vorst in de eerstvolgende jaren toegevingen
gedaan2), doch deze vermochten niet de volledige rust in het
land terug te brengen.
Reeds had de houding van hun graaf Robrecht van Bethune
bij de Vlamingen misnoegen gewekt. Deze had, om uit de
greep van de sedert 1302 alles overheersende volksklasse los
te komen, nauwere aansluiting gezocht bij de koning 3) en het
patriciaat, dat stilaan weer de stedelijke schepenbanken ver
overde en de last der koningsgelden zwaarder liet wegen op
de volksklasse dan op hun partijgenoten nu zag het gemeen
ook een deel van de rijkgeworden vroegere partijgenoten naar
de zijde van het conservatieve patriciaat overgaan4). Een
1) H. Pirenne, Histoire de Belgique, I. Brussel, 1929. p. 428.
2) Fr. FunckBrentano, Philippe le Bel en Flandre, Parijs, 1896,
p. 516 en vlg.
3) Ibid., p. 507—508 en 531.
4) Ibid., p. 547, en Annales Gandenses, uitg. Fr. FunckBrentano,
Parijs, 1896, p. 9798.