VIII gewijde conservator hebben gevonden, werden gereorgani seerd. De eerste werd ter vervanging van het eeuwig stuivende stucplafond van een boardafdekking voorzien en passend behangen. Een deel van de costuumpoppen werd naar de aangrenzende kamer overgebracht, tot dien van zeer gemengd karakter, doch nu geheel voor de historische poppen bestemd representanten der nog voorkomende drachten bleven in de eerste afdeling. Wij menen te mogen opmerken, dat door een en ander het museum aan aantrekkelijkheid heeft gewonnen en wij hopen, dat zich dit in toenemend bezoek moge openbaren. Het afge lopen jaar was in dit opzicht een teleurstelling. Het aantal betalende bezoekers bedroeg slechts 1078, waarvan 221 jeug dige personen, aan wien tegen verlaagd tarief toegang werd verleend; het vorig jaar bedroegen deze cijfers resp, 1529 en 249. Daarbij worde bedacht dat in Juni het museum enige weken was gesloten wegens ziekte van den suppoost, doch druk is het in die maand gemeenlijk nog niet. De suppoost Ch. Blok, wiens gezondheid na dien niet te wensen had overgelaten, overleed plotseling in Jan. 1951, Voor het a.s. seizoen werd weder aangenomen I. Reyerse, die ook enige jaren geleden deze taak heeft vervuld. De conservatorschappen hebben thans de vol gende bezetting Zelandia Illustrata Dr W. S. Unger. Vroeg-historische voorwerpen (zgn. Stenen kamer) de heer P. J. van der Feen, Geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden de heer H. Pieters. Zeeuwse klederdrachten de heer J. de Bree. Munt- en penningkabinet de heer H. Pieters. Schilderijen de heer J. H. Klarenbeek. Porselein en aardewerk de heer J. H. Klarenbeek. Kabinet van Natuurlijke Historie de heer P. J. van der Feen. Niet-Europese mollusca de heer L. de Priester. Zeeuws Herbarium

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1951 | | pagina 12