XVI
Oostkapelle, lang 5.50 m, en 23 October 1950 te Domburg,
lang 3.37 m. Beide malen ondervonden wij alle medewerking
van Gemeentebestuur, Rijkspolitie en belangstellende vrijwilli
gers, dat de vondst ons tijdig gemeld werd, het cadaver
voorzover nodig bewaakt werd, het onderzoek ongestoord kon
plaats hebben, belangrijke delen konden worden geborgen en
de rest reukloos onder het zand werd weggewerkt. Hiervoor
onze dank aan alle betrokkenen. Deze haaiensoort leeft in
hoofdzaak in het gebied van de Golfstroom en de Noord-At
lantische Stroom. In het voorjaar trekt hij met de richting van
deze stroming mede buiten om Ierland en de Hebriden naar
de kustzee van Noorwegen. Tijdens deze trek wordt deze vis
jaarlijks in vrij groot aantal gevangen ter wille van de lever.
Op de terugweg in het najaar verdwaalt wel eens een individu
in de Noordzee, waar het blijkbaar niet goed kan aarden, niet
voldoende diepte kan houden en kans loopt te stranden,
Nauwelijks een tiental zulke strandingen aan de Nederlandse
kust zijn uit de 19e en 20e eeuw bekend, alle in October of
November. De stranding te Oostkapelle, na stormweer en bij
betrekkelijk lage temperatuur, is in zoverre een uitzondering,
dat dit exemplaar waarschijnlijk op de voorjaarstrek was
afgedwaald en door het Nauw van Calais de Noordzee was
binnengekomen, in tegenstelling tot de strandingsgevallen in
de herfst, die uit het Noorden afkomstig zijn. Van de Belgi
sche kust is de soort onbekend (M. Poll per brief).
Thans op de fossielen overgaande herinner ik eraan, dat
door nieuwe vondsten en in gang zijnde onderzoekingen in
het W. van België, in Engeland en in Nederland de indeling
van het Tertiair, het Pleistoceen en het Holoceen in deze
landen op de helling staat. De te verwachten resultaten zullen
voor de kennis van Zeeland van veel belang zijn. Het aantal
fossielen, in Zeeland uit deze formaties verzameld, is enorm
groot. Aan het wetenschappelijk verzamelen en onderzoeken
hiervan heeft ons Genootschap van oudsher deelgenomen. In
beide opzichten is er nog veel te doen.
Dat de heuvel, genaamd De Kauter, waarop het dorp