XVIII
Vlaanderen. Dat ook aan het strand van Walcheren en
Schouwen schelpen uit het Tertiair en Pleistoceen aanspoelen,
was vóór 1910 bekend aan P. de Bruyne te Middelburg.
Daarna publiceerde W. G. N. van der Sleen hierover in zijn
proefschrift van 1912 (p. 138) en in de Levende Natuur
(1916, 20, 403 vlg.). F. C. van Heurn publiceerde gegevens in
1927. Een grote stoot aan het onderzoek is tussen 1920 en 1940
gegeven door C. Brakman te Nieuw- en St.-Joosland, die
intensief verzamelde aan het strand en op de Kaloot (een
zandplaat in het Zuid-Sloe) en dit materiaal even intensief
bestudeerde. Aan hem vooral dankt ons Museum een uitge
breide en grotendeels gedetermineerde verzameling hiervan.
Tegelijkertijd brachten andere particulieren en musea collecties
bijeen. C. O. van Regteren Altena wijdde aan dit onderwerp
een groot deel van zijn proefschrift (1937), dat in 1936 als
verhandeling reeds door het Bataafsch Genootschap met eer
gouden medaille bekroond was. Sindsdien heeft het verza
melen en bestuderen geregeld voortgang gehad.
Vroeger was men aangewezen op enkele boringen en op de
fossiele schelpen, die door zee of rivier uit de bedding waren
losgewoeld en vervolgens op het strand of op een zandplaat
waren geworpen. In de laatste decennia is het verzamelen
vergemakkelijkt, doordat in de Wester-Schelde bij Ellewouts-
dijk tertiaire schelpen in grote hoeveelheden worden opge
zogen om tot schelpkalk of tot kippengrit te worden verwerkt,
zodat men met medewerking van de betrokken fabrikanten
ook op de opslagplaatsen verzamelen kon. Ondanks de massale
exploitatie is genoemde vindplaats in de Wester-Schelde nog
steeds niet uitgeput. Wij hebben hier dus te doen met een
opeenhoping van schelpen van weekdieren, die in het Scaldi-
sien, d.i. naar schatting 10 millioen jaar geleden, niet ver
hiervandaan geleefd hebben. Niet alleen het aantal individuen
is groot geweest, ook de toenmalige rijkdom aan soorten is
veel groter geweest dan thans. Op de mogelijke verklaring van
dit feit kan ik hier niet ingaan.
In een latere periode, het Pleistoceen, leefden hier de grote